Deal EU-lidstaten: prijsplafond voor Russische olie

Eerder deze week steggelden de landen nog over de hoogte van de maximumprijs. De Europese Commissie stelde een grens voor van 100 dollar per vat voor ’premium’ producten als diesel en 45 dollar voor minder gebruikte producten zoals stookolie.

Maar met name Polen en de Baltische staten vonden dat niet ambitieus genoeg. Ze willen Moskou financieel nog harder raken. Zeevarende naties als Malta en Cyprus trokken juist aan de andere kant van het touw.

Uiteindelijk zijn de lidstaten toch akkoord gegaan met het voorstel van Brussel. De ministers van Buitenlandse Zaken moet nog een handtekening zetten om het akkoord definitief te maken. Het prijsplafond gaat zondag in. Er is een overgangstermijn afgesproken van 55 dagen.

Sancties

De zeven grootste industrielanden (G7) doen ook mee aan het prijsplafond. Om te mogen varen met Russische olieproducten moeten de bedrijven achter deze schepen zich houden aan de sanctieprijs, op straffe van sancties. Een schip is ook niet verzekerbaar als de sanctie niet wordt nageleefd. Veel verzekeraars zitten in Londen en EU-landen. Daarnaast zijn er olietankers die varen onder de vlag van een Westers land.

De EU besloot eerder al om vanaf zondag 5 februari een embargo op diesel en stookolie in te voeren. Russische ruwe olie mag sinds 5 december niet meer worden geëxporteerd naar Europese havens. Voor deze categorie geldt sinds die dag een prijsplafond van 60 dollar per vat.