’Musicals naar de beurs’

Dat bevestigen meerdere bronnen in de financiële sector. Voor theatermagnaat Joop van den Ende, die vandaag zijn 76e verjaardag viert, zou het na de beursgang van Endemol in 1996 de tweede keer zijn dat hij een bedrijf naar de beurs brengt. Haalbaarheidsstudie De aandeelhouders hebben de Amerikaanse zakenbank Goldman Sachs ingehuurd om een haalbaarheidsstudie te doen. Die studie moet uitwijzen of het bedrijf Stage Entertainment klaar is voor een beursgang. Betrokkenen benadrukken dat het nog erg pril is en dat er nog geen beslissing is genomen of de beursgang daadwerkelijk plaats gaat vinden. „We zitten in een oriënterende fase, we kunnen ook besluiten om het niet te doen, of pas in een later stadium,” aldus een zeer goed ingevoerde bron. Intern wordt ’in het beste geval’ het vierde kwartaal van 2018 als mogelijke datum voor een beursgang gezien, maar 2019 zou ook kunnen. Veel van dergelijke haalbaarheidsstudies leiden uiteindelijk wel tot een beursgang. In de financiële markt wordt een beursgang van Stage Entertainment, producent van onder meer The Lion King, Sister Act, Ciske de Rat en Was getekend: Annie M.G. Schmidt, als zeer logisch gezien, omdat het bedrijf na een recente herstructurering financieel uitstekend presteert. Bovendien is één van de aandeelhouders, CVC Capital, een private equity firma die in de regel zo’n 5 tot 7 jaar in bedrijven investeert voordat het zijn belang weer wil verzilveren. CVC Capital belegt onder meer geld van de Nederlandse pensioenfondsen ABP (ambtenaren) en PfzW (zorg), en was eerder eigenaar van het bedrijf achter de Formule 1. Uitstekend beursklimaat Het klimaat voor beursgangen is momenteel uitstekend. Onder meer de producent van laadpalen en schakelapparatuur Alfen, lingerieverkoper Hunkemöller, energiebedrijf Varo Energy (eigenaar van onder meer de benzinepompen van Argos), de Dordtse groothandel B&S, zakenbank NIBC en autoleasemaatschappij Leaseplan worden getipt om mogelijk nog voor de zomer een notering op de Amsterdamse beurs te krijgen. Een meerderheidsbelang van 60% in Stage Entertainment werd in 2014 voor een bedrag van €240 miljoen verkocht door Joop van den Ende aan CVC. Van den Ende zelf houdt nog 40%. De transactie had volgens Van den Ende tot doel om Stage Entertainment, dat sinds de oprichting in 1998 steeds verder groeide, een professioneler management te geven. Van den Ende wordt artistiek vaak gezien als een creatief zeer groot talent, operationeel liep niet alles meer op rolletjes bij de multinational die inmiddels in acht landen actief was (Duitsland, Nederland, Spanje, Frankrijk, Italië, Rusland, Verenigd Koninkrijk en de VS ), 21 theaters in bezit had en meer dan 3000 man personeel op de loonlijst. Financieel gezond Uit de cijfers van het gebroken boekjaar 2016/2017 bleek de terugloop van de verdiensten uit de jaren ervoor gekeerd en bleek het bedrijf ook voor de langere termijn financieel gezond. De omzet was afgerond €500 miljoen tegenover €479 miljoen een jaar eerder, het eerste hersteljaar. Dat leidde tot een bedrijfsresultaat (ebitda) van €106 miljoen. Netto bleef daar €33 miljoen van over. Onder meer de reorganisaties (350 man verloor zijn baan) en afboekingen van een jaar eerder leidden toen nog tot een verlies van bijna €50 miljoen. Topman is sinds vorig jaar Arthur de Bok, eerder werkzaam bij Mediq, Goodyear en Procter & Gamble. Hij wil de kasstroom voorspelbaarder maken, door vaker minder risicovolle producties van derden op te voeren (zoals The Lion King) en het twintigtal eigen theaters van Stage beter te bezetten. Ook blijven er eigen producties: Tina Turner, weliswaar mede gefinancierd door externe geldschieters, gaat 17 april in Londen in première. Waardering Een waardering is moeilijk in te schatten, maar de ondernemingswaarde zou volgens een ruwe schatting van een bron in de markt makkelijk richting de €1 miljard kunnen gaan. Stage Entertainment, Goldman Sachs en CVC Capital willen geen van allen inhoudelijk reageren op dit artikel.