„Wij zitten middenin de handelstwist tussen de Verenigde Staten en China, omdat we in China produceren voor verkoop aan Amerikanen en in de VS voor verkoop aan Chinezen”, vertelt Van Houten na de presentatie van Philips’ halfjaarcijfers. „Daardoor betalen wij twee keer de prijs van de handelsoorlog.” De cijfers zorgden voor veel positieve reacties van analisten. Want Philips toonde in het tweede kwartaal dat het zijn jaardoelen (6% gewogen omzetgroei en + 1 procentpunt winstmarge) richting 2020 zal kunnen halen. „Wij willen een €20 miljardbedrijf worden”, zeiden Van Houten en zijn cfo Abhijit Bhattacharya meermaals. Dat bedrag komt steeds dichterbij, met een kwartaalomzet van €4,7 miljard in de afgelopen drie maanden. Niet tevreden Ondanks dat goede tij is Van Houten niet alleen tevreden. „Lang niet alles ging goed. Zo viel de groei bij de afdeling Connected care wat tegen. Ook de winstgevendheid daar kan wat beter. De tweede helft van het jaar moet beter. De tegenvallers kwamen vooral van tegenwind, bijvoorbeeld door handelsbelemmeringen.” Als u de tweede helft van 2019 beter wil presteren, wat kunt u dan doen aan die tegenwind? „We verplaatsen Amerikaanse productie voor de Chinese markt naar China zelf. En Chinese productie voor de VS naar andere landen. Zo maakten we in China beademingsmaskers voor verkoop in Amerika. Nu maken we die in de westerse wereld, bijvoorbeeld in Costa Rica. We moeten ons meer immuun maken voor de handelsoorlog. Omdat het een tijdje duurt voordat we dit voor elkaar hebben, er moeten nieuwe machines besteld worden, hebben we hier vorig jaar al maatregelen toe genomen.” Is productie verplaatsen niet kostbaar, omdat je in de westerse wereld hogere lonen betaalt dan in China en omdat je meer productielocaties nodig hebt? „Nee, onze productie vraagt niet zoveel arbeid, dus dat valt wel mee. Daarom produceren we ook nog veel in onze locaties in Drachten en Best. Daar ben ik blij mee. Of er bij productieverplaatsing ook meer werk naar Nederland kan? Door de Brexit hebben we al productie naar Drachten verplaatst. We hebben overigens niet veel extra locaties nodig. Wel werken we steeds vaker met meerdere productielijnen op onze locaties.” Wat kost die handelsoorlog Philips precies? „Voor dit jaar rekenen we op een bedrag van ongeveer €45 miljoen, nu zitten we dus op de helft daarvan. Dat staat gelijk aan 30 basispunten op de winst van het tweede kwartaal. En dan is er ook nog de donkere wolk van de mogelijke vierde batch aan handelstarieven van Trump. We denken dat die ons weer €20 miljoen kunnen kosten.” Premier Rutte was vorige week bij Trump op bezoek en daarna ging hij op bezoek bij Philips in Boston. Denkt u dat hij het nog voor Philips heeft opgenomen? „Ik ben niet bij de gesprekken tussen Rutte en Trump geweest. Wel denk ik dat het zeker over het belang van handel ging. Als het aan ons ligt, hebben wij het meeste baat bij volledige vrijhandel. Helaas gaat het in internationale ontwikkelingen niet echt die kant op. Ik vrees dat die handelsoorlog nog een hele tijd kan duren. Er is bijvoorbeeld ook nog een dispuut tussen de VS en Europa. Als de VS straks alleen eigen waren koopt en China alleen nog zaken doet met China, dan hebben wij daar veel last van, want we hebben een heel kleine thuismarkt. ” Nu worstelt u in de VS met overheidsbeleid in de handelsoorlog. Daar is richting de volgende verkiezingen ook weer discussie over het doorzetten van Obamacare. En hier in Nederland worden zorgkosten ook stevig beteugeld. Hoe afhankelijk is Philips van de koers van regeringen? „Overheidsbeleid is voor Philips zeer relevant. Wij merken dat overal ter wereld zorgen leven over de kosten van gezondheidszorg. Dat terwijl er tegelijk door onder meer vergrijzing extra zorg gevraagd wordt. Ik denk echter dat er altijd ruimte is voor innovatieve ontwikkelingen in de zorg. Ook omdat wij willen dat elk van onze innovaties niet alleen bijdraagt aan welzijn van patiënten en werkgemak van artsen, maar ook aan kostenbesparingen. Die kostenbesparingen zijn mooi. Maar daarvoor moet je investeren toch? En het is de vraag of verzekeraars, ziekenhuisen en overheden inzien dat kosten voor de baat uitgaan? „We merken dat er veel discussie is over de return on investment bij onze klanten. Gelukkig hebben veel van onze producten een korte terugverdientijd. Zo zet onze connected care in op monitoring van patiënten. Als je daarmee al uren van tevoren behandelingen kunt plannen, in plaats van later over de gang naar ze toe moet rennen, dan kun je veel efficiënter werken. Dat ziekenhuizen niet veel ruimte hebben voor grote investeringen, hebben we ondervangen. We leveren nu technologie als een service, door onze apparaten te verhuren. Eigenlijk heeft dit ook mijn voorkeur. Waarom zou een ziekenhuis die apparaten moeten bezitten?” Philips lijkt z’n groeidoelen te halen. Maar nu willen analisten weer horen wat daarna volgt. Hoe vindt u dat? „Tja, eerst was er twijfel over of we die 4-6% groei konden halen. Maar ook van beleggers krijg ik nu al vragen wat onze doelen zijn voor na 2020. Dat is juist fijn. Het betekent dat beleggers een lange horizon hebben en niet alleen gaan voor prestaties op de korte termijn.” U zei dat Philips zal doorgroeien. Wat overtuigt u ervan dat dit kan, ook gezien de mogelijke tegenwind? „Ik denk dat de digitalisering in andere sectoren al veel verder is dan in de gezondheidszorg. Dat biedt nog perspectief. Je hoort bijvoorbeeld nog vaak dat mensen lang moeten wachten op kankerdiagnoses. Dat kan door het vergelijken van data en dna-analyses veel sneller gaan. Dan kun je ook sneller beginnen met behandelen. We hebben bijvoorbeeld samen met de universiteit van Leiden uitgezocht dat we bij 30-50% van de patiënten betere diagnoses kunnen stellen door veel en snel patiëntengegevens met elkaar te vergelijken.”