Freek Vonk zwemt met ernstig bedreigde vis: ’Maar op gepaste afstand’
Bioloog prof. dr. Freek Vonk schrijft elke twee weken een column in VRIJ. Vandaag schrijft hij over een bijzonder avontuur in de Caribische Zee, waar hij heeft gezwommen met een kleintandzaagvis.
In de Caribische Zee, net geen honderd kilometer uit de kust van Miami (Florida), ligt een paradijselijk eilandengebied: de Bahama’s. Ik ben hier gekomen om te duiken met haaien en andere bijzondere bewoners van de lagunes en mangrovebossen. We zijn op de terugweg naar onze lodge wanneer ik in het ondiepe water een schim zie. Niet te geloven: een kleintandzaagvis. Een paar seconden later lig ik in het heldere water.
Zaagvissen lijken op een wat platgeslagen haai, met op hun kop het blad van een kettingzaag. Het zijn een soort roggen. Net als met populaties andere kraakbeenvissen gaat het slecht met ze. Hoeveel kleintandzaagvissen er nog in het wild leven, is niet precies bekend.
Vroeger kwamen ze in een veel groter gebied voor, in warme wateren in de Atlantische en in de Indo-Pacifische Oceaan. Nu worden ze alleen nog gezien rond de Bahama’s, Belize, Cuba, Honduras, de Verenigde Staten en Sierra Leone. Sinds 2003 staan ze op de rode lijst; momenteel zijn ze zelfs ernstig bedreigd. Dat is één trieste stap verwijderd van ’in het wild uitgestorven’.
Wat bijzonder dat ik er nu een tegenkom. En wat een prachtexemplaar. Deze kleintandzaagvis is al flink groot, maar lijkt nog niet uitgegroeid. Ze kunnen wel zes meter lang worden!
Ik zwem een eindje met ’m mee, maar bewonder ’m op gepaste afstand. Kleintandzaagvissen doen duikers in principe niets, maar je moet niet proberen om ze te vangen of op een andere manier lastig te vallen. Die snuit, vol vlijmscherpe uitsteeksels, is geen grap.
Die ’multitool’ gebruiken ze om zich mee te verdedigen en ook in bepaalde jachttechnieken. Komen ze een school vissen tegen, dan maaien ze die zaag er dwars doorheen. Zo verlammen, verwonden en doden ze in een oogwenk veel vissen en zwemmen rap naar de bodem om de zinkende buit op te slokken. Soms gebruiken ze hun zaagsnuit om zand om te woelen en steken ze die in de modderbodem om verstopte dieren te laten schrikken.
De lichte kleuren van het dier, boven de net zo lichte zandbodem, camoufleren van boven perfect in het ondiepe water. Ik had ’m vanaf de boot bijna gemist. Deze kleintandzaagvis is vrijwel zeker ergens in de omgeving opgegroeid. Vrouwtjes hebben nestjes met zo’n twintig jongen in de mangroven, waar de kleine rogjes relatief veilig zijn. Pas na verloop van tijd gaan ze eropuit om de omgeving te verkennen. Een omgeving die steeds kleiner wordt, die is bezaaid met lange lijnen en netten waarin ze met hun zaagsnuit verstrikt raken. Bijvangst is doodsoorzaak nummer twee.
Het is daarom niet alleen belangrijk om gebieden als mangroven goed te beschermen. Ook daarna, in de volgende fasen van hun leven, zouden kleintandzaagvissen bescherming moeten genieten. Alleen zo kunnen ze een paar flinke stappen op die gevreesde rode lijst terug kunnen doen!
Vrij nieuwsbrief
Wekelijks alles over lifestyle, reizen, culinair en wonen.
Ongeldig e-mailadres. Vul nogmaals in aub.
Lees hier ons privacybeleid.
Refurbished HP EliteBook 850
Dreamhouse Single Jersey Hoeslaken
Set van 2 Aluminium Tuinstoelen