Schilder Piet Mondriaan keerde regelmatig vanuit Amsterdam terug naar zijn ouders in Winterswijk. Rond 1890 zagen dorpsgenoten hem door het buitengebied fietsen om landschappen vast te leggen. Vijftien van zijn vergezichten vormen nu een fietsroute. ’Als je deze route fietst, beleef je een stuk jeugd van Piet Mondriaan”, belooft kunstenaar Vic Hulshof bij onze begroeting. De Mondriaan-adept begint al op het terras van museum Villa Mondriaan in Winterswijk waar elf fietsers aan de 48 kilometer lange tocht beginnen, enthousiast te vertellen. Drie jaar lang heeft Hulshofs zoektocht in beslag genomen. Samen met buitengebied- en buurtschappenkenner Henk Naaldenberg vond hij vijftien plekken waar de jonge Mondriaan even buiten het Achterhoekse dorp zijn passie voor tekenen en schilderen ontwikkelde en de fraaie natuur en boerderijen vastlegde. Shirt Voor de gelegenheid is Hulshof gehuld in een opvallend wit Piet Mondriaan Winterswijk-shirt en een dito hoedje op zijn hoofd. De stops geven een mooi inkijkje in de begintijd van Mondriaans artistieke leven. De wereldberoemde schilder (1872-1944) die in de Achterhoek de basis voor zijn latere abstracte werk legde, had al vroeg oog voor het mooie Achterhoekse coulissenlandschap met houtwallen, bomenrijen, open plekken en struweelhagen. Evenals voor de meanderende beken in bossen waar de zon op een dag als vandaag bijna betoverend doorheen schijnt. Het is bijzonder dat we niet alleen door het landschap van de jonge Mondriaan fietsen, maar dat er open schilderijlijsten op de route zijn geplaatst. De deelnemende fietsers zien bij vijftien stops in één oogopslag twee vergezichten naast elkaar: het schilderij van Mondriaan, gemaakt aan het eind van de negentiende eeuw, en het huidige landschap. Historisch gezien is het misschien niet honderd procent verantwoord wat we onderweg te zien krijgen. Met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid kan echter worden gesteld dat de meeste stops ook daadwerkelijk de plekken zijn waar de jonge Mondriaan met penseel, krijt en potlood aan de slag ging. Bij stop twee zijn we het er bijvoorbeeld over eens dat het moet kloppen. Dat kan bijna niet anders. De contouren van De boerderij met wagenschuur, geschilderd rond 1899, zijn duidelijk te herkennen en hebben grote gelijkenis met het gebouw dat er nu staat. „Mondriaan heeft deze wagenschuur tweemaal vastgelegd”, legt Hulshof uit. „Eenmaal met olieverf en een keer getekend met krijt.” Piet Mondriaan studeerde vanaf 1892 aan de Rijksacademie in Amsterdam. Voor een lange periode van ziekte en zomervakanties in 1893, 1898 en 1899 keerde hij terug naar zijn ouders in Winterswijk. Dorpsgenoten zagen hem in het buitengebied fietsen en schilderen. Zo ook bij stop zes van de route. Deze halte lijkt eveneens een zekerheidje. Hier schilderde Mondriaan, die acht jaar was toen hij in 1880 met zijn familie vanuit Amersfoort naar Winterswijk verhuisde, Berenschots Watermolen. Frappant Vic Hulshof: „De overeenkomsten zijn frappant. Het werk moet sowieso in de buurt van Winterswijk zijn gemaakt.” De afgebeelde omgeving is niet te vinden rond Amsterdam, het Brabantse Uden en Overijsselse Oele waar Mondriaan ook woonde en werkte. Over de stop bij de in Winterswijk bekende Klandermansbrug zijn grotere twijfels. Is dit wel de plek waar Mondriaan het getoonde schilderij maakte? Bos moet zijn gemaakt in het Winterswijkse buurtschap Woold, maar niet exact op deze locatie, oppert een van de deelnemende fietsers. En dat is niet de minste: natuuronderzoeker, journalist en schrijver Bernhard Harfsterkamp. „Dit was destijds een heidegebied, dus dit schilderij met bomen kan hier niet zijn gemaakt. Wellicht een stuk verderop.” Het afgebeelde bos is volgens Vic Hulshof een productiebos, speciaal aangelegd voor hout. Het bos dat Mondriaan er schilderde, is dus sowieso niet meer te zien, want de jonge bomen zoals die op doek zijn vastgelegd, zijn al decennia geleden gekapt. Mondriaan, wiens vader hoofd van de School voor Christelijk Nationaal Onderwijs in Winterswijk was, schilderde niet alleen natuurlandschappen en oude boerderijen, maar ook boerderij-interieurs. Dat is bij stop zeven te zien. Een open haard, een ronde tafel met drie poten en hoge ramen met kleine ruitjes zijn typerende elementen. De fietsers zien deze ramen exact zo bij deze boerderij aan de Horstweg. Al fietsend naar een volgende stop doet Vic Hulshof een opvallende ontboezeming. „Sommige werken die absoluut in het Winterswijkse bosgebied zijn gemaakt, werden verkocht onder de titel Haagse bos. „Dat verkocht beter”, verklaart hij. Toen had de Randstad een streepje voor op een gebied als de Achterhoek. Inmiddels weten we wel beter.