“Mijn schoonmoeder ziet altijd en overal beren op de weg. Ik trek me er niet zoveel van aan, maar mijn vriendin wordt gek van die overbezorgdheid. Helemaal toen onze baby op komst was.” „Toen Rachel vertelde dat zij zwanger was, kon ik het wel van de daken schreeuwen. We probeerden het al een tijdje, maar het lukte niet. We dachten al na over een ivf-traject. Gelukkig was dat nu niet nodig. Ik moest er vooral niet aan denken wat Rachel dan allemaal zou moeten doormaken. Soms dacht ik dat ik wat te beschermend ten opzichte van haar was. Maar ze zei altijd dat dat reuze meeviel: „Zeker in vergelijking met mijn moeder.” Natuurlijk had ik Rachels moeder vaak ontmoet. Maar sinds mijn schoonvader met pensioen is, wonen zij een flink eind bij ons vandaan. Bovendien: als we daar over de vloer komen, raak ik meestal in gesprek met mijn schoonpa. Wij sleutelen allebei graag aan auto’s. Daarom krijg ik niet goed mee waar mijn vriendin met haar moeder over praat. „Ze denkt nog steeds dat ik acht jaar ben of zo”, zegt Rachel weleens. Het was me inderdaad opgevallen dat mijn schoonmoeder bijvoorbeeld bij koud weer tegen ons roept dat we onze jas moeten aantrekken als we even naar de schuur lopen. Maar dat gaat mijn ene oor in en mijn andere weer uit. Rachel ergert zich aan zulke dingen. Blijkbaar hebben zij en haar zus zo hun jeugd doorgebracht: met een moeder die voortdurend beren op de weg zag, ook als daar helemaal geen aanleiding toe was. Toen we zwanger waren, vroeg Rachel mij dan ook om het nog even stil te houden voor haar ouders. Pas na drie weken bezochten we hen en vertelden we het nieuws. Natuurlijk waren ze in de wolken. Het was hun eerste kleinkind. Terwijl ik met mijn schoonvader over zijn hobby-auto babbelde, zag ik Rachel naar mij seinen, maar ik had zo gauw niet in de gaten wat er aan de hand was. In de auto vertelde ze dat haar moeder uiteraard blij was, maar dat ze meteen aan het piekeren was geslagen. Dat ze ook al adviezen gaf voor als de baby er eenmaal zou zijn. „Nou, dat duurt nog ruim vijf maanden”, had Rachel nuchter gezegd. „Eerst maar eens de zwangerschap doorkomen.” Die verliep voorspoedig. Wat vervelend was, was dat mijn schoonmoeder veel vaker dan normaal belde. Of alles goed was. Of ze de baby al had voelen schoppen. Wisten we dat er vlakbij een Prenatal zit? Als we aan de nummerherkenning zagen dat scboonma belde, namen we soms niet op. „Is het niet heerlijk dat ze niet meer in de buurt wonen?” verzuchtte mijn vriendin dan. Rachel wilde graag thuis bevallen. De vroedvrouw voorzag geen probleem: „Mocht het nodig zijn, dan zijn we zo in het ziekenhuis.” Rachels moeder ontplofte. Het ziekenhuis is toch veel veiliger?! Inmiddels was ik al die onnodige zorgen flink zat. Ik had mijn schoonmoeder moeten toespreken, maar dat heb ik niet gedaan. Daar heb ik spijt van. Want het werd zo gek dat schoonma erop stond om bij de bevalling aanwezig te zijn. Geen sprake van! Onze dochter is nu een paar jaar oud. Nog steeds grossiert mijn schoonmoeder in waarschuwingen. Ik luister niet meer naar haar en Rachel ook steeds minder. Ik merk dat dat niet in goede aarde valt. Het blijft mijn schoonma” en ik wil geen ruzie. Maar ik had eerder moeten ingrijpen.” Deze rubriek is gebaseerd op waargebeurde verhalen. Wilt u ook (anoniem) kwijt waarvan u spijt heeft? Mail uw verhaal, circa 600 woorden, naar vrij@telegraaf.nl