In Nederland lopen zo’n 3600 wijkagenten rond. Reageren hun collega-agenten voornamelijk op noodmeldingen, wijkagenten proberen vooral te zien en te voelen wat er achter de voordeuren in onze buurten leeft. Wij liepen in De Bilt een dagje met de wijkagente mee. „Alles draait om verbinding.” Het had niet veel gescheeld of onze afspraak met Doenja Eevenaar (38), sinds tweeënhalf jaar wijkagent in gemeente de Bilt, was niet doorgegaan. Haar werkdag startte nogal hectisch. Bij een school voor basis- en voortgezet onderwijs was een dreigmail binnengekomen waarin onder meer een foto van een vuurwapen werd gedeeld. De school is vandaag dicht. Eevenaar was de hele morgen ter plaatse. Een van haar taken was ervoor te zorgen dat chaotische taferelen uitbleven. Zij is precies op tijd terug op het bureau om ons te ontvangen. We ontmoeten Eevenaar in het gemeentehuis van De Bilt waar ook de politie zit. Wanneer we het kantoor binnenstappen, komt de geur van tosti ons tegemoet. Eevenaars collega-wijkagent Ralph werkt er snel een naar binnen. Met de nadruk op snel, want hij heeft zojuist een melding binnengekregen waar hij op af moet. „Naar een situatie waar wij hier als wijkagenten de meeste tijd aan kwijt zijn: burenruzies. Wekelijkse kost”, vertelt Ralph, wijkagent in Bilthoven. „Er is ruzie ontstaan over een gesnoeide heg.” Bemiddeling Hij geeft toe dat het niet de spannendste situatie is waarvoor hij wordt ingezet. „Maar die mensen bellen niet zomaar. Het is een hoogopgelopen ruzie waarvan zij hopen dat wij die kunnen oplossen. Dat gaat meestal niet. Ik ga met beide partijen in gesprek en zal hen waarschijnlijk adviseren om buurtbemiddeling in te schakelen.” Volgens Doenja Eevenaar, inmiddels al twintig jaar bij de politie, is het tekenend voor het werk van de wijkagent. Reageren politieagenten van de zogenoemde incidentenafhandeling op een melding en lossen ze het probleem zo mogelijk meteen op, wijkagenten gaan meer „de verdieping in”. „De incidentenafhandeling doet de noodhulp. Zij gaan van melding naar melding, wat ervoor zorgt dat ze geen tijd hebben om langer met mensen in gesprek te gaan. Wij hebben dat wel”, legt ze uit. Hulpverlening „Wordt er bijvoorbeeld overlast veroorzaakt door iemand die drugsverslaafd is of is er ergens sprake van huiselijk geweld, dan zoeken wij uit wat daarachter zit. Op die manier kunnen wij er hulpverlening op zetten. We werken nauw samen met maatschappelijke organisaties uit de wijk.” Zo werkt Eevenaar samen met onder meer Veilig Thuis, het advies- en meldpunt voor huiselijk geweld. Maar ook met de boswachter. „Een boswachter is een buitengewoon opsporingsambtenaar die handhaaft. Hij heeft ons nodig en andersom. Als er bijvoorbeeld iemand wordt vermist en hij ziet in de bossen een tentje staan, dan hebben wij daar contact over.” Met winkeliers werkt zij eveneens samen om zo precies te kunnen weten wat er in de winkelstraten speelt. „Alles draait om verbinding.” Een mooi, maar ook schrijnend voorbeeld is een telefoontje dat zij en Ralph onlangs kregen. „Een man die het leven niet meer zag zitten. De crisisdienst was te druk, dus toen belde hij ons. Dan is het meteen de vraag: wat kunnen we doen? Hij vertelde dat hij simpelweg wat gezelschap nodig had en met iemand wilde praten.” Eevenaar heeft een aantal verwarde mensen in haar wijk die soms ook met een verslaving kampen. „Met hen moet je op een bepaalde manier omgaan zodat je die verbinding blijft houden”, vindt ze. „Je moet een bepaalde band met ze opbouwen. Anders wordt het lastig om tot ze door te dringen. Bij sommige mensen ga ik af en toe ook gewoon langs.” Verbinding maken met de wijkbewoners doet zij ook via sociale media. Ze is actief op Twitter en Instagram. Vooral dat laatste account is groot met 14.000 volgers. Online geeft ze een kijkje in haar leven als wijkagent. „Ik krijg berichten van jonge meiden die schrijven dat ik hun voorbeeld ben omdat ik bij de politie zit. Dan schrijf ik terug dat ik geen superwoman ben. Ik heb toevallig een uniform aan, maar ik ben ook maar Doenja.” Ze vindt het fijn dat wijkbewoners haar via sociale media weten te vinden. „Af en toe krijg ik ook meldingen binnen. Dat is natuurlijk niet de bedoeling, maar veel mensen vinden het een te grote stap om de politie te bellen. Via sociale media is het wat laagdrempeliger. Voor mij is dat fijn, want ik wil weten wat er in mijn wijk speelt.” Jeugdoverlast Behalve de wekelijkse meldingen van burenruzies is jeugdoverlast momenteel een groot probleem in Bilthoven, onder meer in het winkelgebied. „Straks ga ik bij wat winkeliers langs om erachter te komen of er nog wat is voorgevallen.” Een gemiddelde werkdag bestaat voor een wijkagent niet. Wat voor alle dagen in ieder geval altijd geldt: „Je hebt altijd dienst, weinig tijd voor pauze en de portofoon staat altijd aan.” Uit het apparaat dat ze aan haar steekvest heeft vastgezet, horen we inderdaad de ene na de andere melding binnenkomen. Eevenaar lacht: „Alle basisteams van oost-Utrecht zitten hierop: onder meer Amersfoort, Veenendaal, Baarn en Zeist. Ik ben er inmiddels aan gewend. Het lukt me om bepaalde woorden eruit te filteren: vuurwapen, springer, mes, geweld. Als ik die hoor, sta ik ’aan’.” Het komt niet vaak voor dat ze met loeiende sirenes de weg op moet, vertelt de wijkagente. De handboeien en het vuurwapen heeft ze vrijwel nooit nodig. De pepperspray die ze bij zich draagt, is zelfs nimmer gebruikt. „Mijn bewapening heb ik gelukkig niet vaak nodig, behalve mijn wapenstok. Handig als ik door de brievenbus ergens naar binnen wil gluren en wil voorkomen dat ik door een hond word gebeten.” Terwijl we vol verwachting bij haar in de politieauto stappen (zal er iets spannends gebeuren?), waarschuwt Eevenaar ons: „Verwacht er maar niet te veel van, hoor!” We zitten nog geen tien minuten in de auto of er komt via de portofoon een melding binnen over een ongeval waarbij een 90-jarige vrouw op een scootmobielfiets en een automobilist in botsing zijn geraakt. Het valt gelukkig mee. Mevrouw is iets te hard door de bocht gereden waardoor ze met haar scootmobiel omviel en de auto raakte. Omdat zij aan haar arm gewond is, wordt ze per ambulance naar het ziekenhuis gebracht. Eevenaar zorgt ervoor dat de scootmobiel tijdelijk veilig in de achtertuin van de slager op de hoek mag staan. „Bedankt, meisje!” klinkt het dankbaar voordat de ambulance wegrijdt. Eevenaar: „Toch fijn dat je iets voor een ander kunt betekenen?” Verderop in het Eemkwartier trekt zij veel bekijks. Eevenaar is blijkbaar een graag geziene gast. Terwijl ze stapvoets door de straten rijdt, met het raam open („Dan kan men mij makkelijker aanspreken”), wordt ze meerdere keren hartelijk begroet. Kinderen zwaaien enthousiast naar haar, buurtbewoners op leeftijd grijpen hun kans om een gezellig praatje te maken of ergens hun zorgen over te uiten. „Waar vroeger de Aldi zat, staat soms een zwarte auto met een jongen erin. Ik vertrouw het niet.” De wijkagent besluit er een kijkje te nemen, maar ziet niets verdachts. Een andere bewoner wil graag laten weten dat het „mysterie van de scooter” is opgelost. „Die meneer is zijn sleutels kwijt, dáárom staat-ie hier al een tijdje geparkeerd!” Eevenaar: „Alles wat ik zie en hoor, neem ik serieus, hoe onbenullig het soms ook lijkt. Het zou zomaar belangrijke informatie voor een groter politieonderzoek kunnen zijn.” Terwijl we langzaam terug naar het politiebureau rijden, treffen we twee tienerbroers op een scooter. „Ik heb mijn scooterrijbewijs gehaald!” jubelt de voorste enthousiast. Bankje Doenja feliciteert hem, maar laat de pubers ook weten dat het bankje waar ze altijd met hun vrienden rondhangen, vanwege overlast wordt weggehaald. Dat valt uiteraard niet in goede aarde. „Heb je niks beters te doen of zo?” krijgt ze als antwoord. De wijkagent kan er wel om lachen. Ze kent de jongens immers langer dan vandaag. „Prachtig ding, hè?” roept een van de broers voordat ze op de scooter wegzoeven. Eevenaar: „Pas maar op dat-ie niet wordt gestolen!” „Ondanks dat ik politieagent ben en ervoor heb gezorgd dat ze geen gebruik van hun hangplek meer kunnen maken, willen ze toch een praatje met me maken. Zulke momenten zijn waardevol.” Vind je contactpersoon Benieuwd wie uw wijkagent is? Op de website van de politie kunt u degene vinden die bij uw postcode hoort. Iedere agent heeft een eigen informatiepagina waarop is te vinden hoe hij of zij is te bereiken. politie.nl/mijn-buurt/wijkagenten Digitaal Naast wijkagenten zijn bij de politie sinds een aantal jaar ook digitaal wijkagenten werkzaam. In tegenstelling tot de ’gewone’ wijkagent houden zij vooral online bij wat er in de buurt speelt. Zo raadplegen ze sociale media, fora en websites van lokale en regionale media. De digitaal wijkagent houdt zich bovendien bezig met gedigitaliseerde criminaliteit, waaronder online smaad, sexting en internetoplichting.
23 °C:quality(50)/cdn-kiosk-api.telegraaf.nl/488e0e64-f3b6-11ec-aa7f-0218eaf05005.png)
:quality(50)/cdn-kiosk-api.telegraaf.nl/49935d90-1702-11ed-a94e-0218eaf05005.png)
:quality(50)/cdn-kiosk-api.telegraaf.nl/b10c88b8-1697-11ed-b940-02d2fb1aa1d7.jpg)
:quality(50)/cdn-kiosk-api.telegraaf.nl/1dca887a-12f5-11ed-8fbc-0218eaf05005.jpg)
:quality(50)/cdn-kiosk-api.telegraaf.nl/3839fb1c-1301-11ed-a9f6-0217670beecd.jpg)
:quality(50)/cdn-kiosk-api.telegraaf.nl/c781b49c-1723-11ed-b992-0255c322e81b.jpg)
:quality(50)/cdn-kiosk-api.telegraaf.nl/a01cd3fc-1708-11ed-a33a-0255c322e81b.jpg)
:quality(50)/cdn-kiosk-api.telegraaf.nl/fab6aece-164e-11ed-86c7-02d1dbdc35d1.jpg)
:quality(50)/cdn-kiosk-api.telegraaf.nl/9d485486-1630-11ed-b845-02d2fb1aa1d7.jpg)
:quality(50)/cdn-kiosk-api.telegraaf.nl/50c10fd2-162f-11ed-952b-0218eaf05005.jpg)
:quality(50)/cdn-kiosk-api.telegraaf.nl/5716ecd4-1626-11ed-a781-02d1dbdc35d1.jpg)
:quality(90)/webshop.telegraaf.nl/media/catalog/product/e/d/edwardnw_0001_laag_3.jpg)
:quality(90)/webshop.telegraaf.nl/media/catalog/product/h/o/hoofd_1_10.jpg)
:quality(90)/webshop.telegraaf.nl/media/catalog/product/f/l/flinq_torenventilator-1.jpg)
:quality(90)/webshop.telegraaf.nl/media/catalog/product/k/e/kent_dotted_-_2022-07-18t110433.589.png)