De gedoodverfde winnaar op het podium, achter haar op een groot scherm de bij voorbaat kansloze outsider via videoverbinding vanuit een Chinees klaslokaal. De lijsttrekkersstrijd van D66 die nooit een echte strijd zal worden, begon zaterdagavond met outsider Ton Visser die het vooral vaak ’helemaal eens’ was met de favoriet Sigrid Kaag. Visser is in een lokaal van de school waar hij werkt voor de camera gaan zitten. Achter zich heeft hij wat D66-posters opgesteld. De Chinese ambassadeur in Den Haag zal er wel niet om kunnen lachen, grapt hij. Half 2 ’s nachts is het in China, als om half 8 ’s avonds in PodiumBloos in Breda de avond wordt geopend. Er ontspint zich een wat koddige bijeenkomst, waarin de constant olijk lachende Visser die zich vaak aansluit bij wat Kaag zegt. En dat terwijl de twee nogal verschillen. De minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking kan putten uit haar ervaringen als gezant van de Verenigde Naties in Syrië en Libanon. Visser verhaalt over de eerste keer dat hij de nacht door moest brengen op een bankje in Central Park in New York. Ook al weet hij dat hij kansloos is, het is toch de derde keer dat Visser zich in de lijsttrekkersrace van de D66 stort. Deze keer doet hij dat vanuit China, waar hij Engelse les geeft. Als hij wint van Kaag, zegt hij terug naar Nederland te komen. Visser houdt er nogal een nomadenbestaan op na. In Nederland was hij onder meer taxichauffeur en ook even chauffeur van oud-fractieleider Alexander Pechtold, tegen wie hij het in 2016 nog opnam. Hij leefde in New York, en inmiddels dus in China. Gelopen race Dat het per definitie al een gelopen race is, weet Visser zelf ook wel. „Ik pas natuurlijk voor geen meter in het lijsttrekkersprofiel, het is een totale mismatch”, zegt hij. Het zorgt voor een meewarige lach bij de ongeveer honderd D66-leden bij de avond mogen zijn. In de zaal klinkt ook het ongemak door over de lijsttrekkersstrijd die eigenlijk helemaal geen strijd is nadat topkandidaten als fractieleider Rob Jetten en vicepremier Kajsa Ollongren pasten voor de strijd met Kaag. Terwijl de partij democratie zo hoog in het vaandel heeft staan. Dat iemand als Visser dan ineens zo’n podium krijgt: het hoort nou eenmaal in de partij, verzucht men in Breda. Ieders stem telt even zwaar en dus iedereen zich ook gewoon melden voor het lijsttrekkersschap. Een enkele keer probeert Visser zich af te zetten tegen Kaag. Hij zegt zich te hebben gemeld voor het lijsttrekkersschap omdat hij bij de partij ’veel van hetzelfde’ ziet, mensen uit ’de Haagse hoek’. Maar nu is Kaag het een keer helemaal met hem eens, want die ’Haagse hoek’ wil ze zich niet in laten drukken. Ze wijst erop dat ze zelf pas sinds het begin van deze regeerperiode op het Binnenhof werkt. Racisme Kaag grijpt de avond aan om zichzelf iets breder te profileren dan de internationale portefeuille waar ze zich als minister over ontfermt. Ze rept over minder flexwerk en meer aandacht voor de zwakkeren op de arbeidsmarkt, werk maken van armoede onder kinderen, vroeg beginnen over racisme in het onderwijs en keert zich tegen populisme: „Daarvoor is D66 keihard nodig.” Uiteindelijk krijgt Visser zijn tegenstander toch nog een beetje uit balans. Aan het einde van de avond krijgt hij nog één minuut om zichzelf te verkopen. Hij gebruikt de minuut om Kaag een paar presentjes aan te bieden. „Ik heb twee vragen voor je Sigrid. Wil je deze cadeaus accepteren? En mag ik jou ten dans vragen?”, zegt hij dan. Kaag schrikt even. „Ik dans niet vaak in publiek. Maar ik heb een redelijk gevoel voor ritme, jij ook Ton?”, zegt ze dan. „Nee dat niet”, lacht Visser. Tot opluchting van Kaag blijft het daarbij.