Doordat er in de pan veel vocht vrijkomt uit de groente, ben je al snel aan het stoven en krijg je een heel ander eindresultaat. Er is een oplossing: draai het vuur lekker hoog. Op die manier verdampt het vocht direct en kun je de groenten wél een baksmaak geven. Nodig voor 4 personen: 250 gr rijst 500 gr kipfilet 1 sjalot 2 teentjes knoflook halve rode peper 4 eetlepels sojasaus halve limoen 2 eiwitten 2 eetlepels bloem 400 gr paksoi 25 gr boter 1 eetlepel sesamolie Kook de rijst en laat het uitstomen. Snijd de kip in stukken en meng ze met de gesnipperde sjalot, 1 teentje knoflook, peper zonder zaadjes, 2 eetlepels sojasaus, sap van de limoen, eiwitten en bloem. Voeg wat zout en peper toe en draai het geheel in de keukenmachine tot een gladde puree. Verhit een pan met een laagje olie, vorm met een lepel balletjes van de puree en bak ze rondom mooi bruin. Zorg dat ze in de kern goed gaar zijn. Snijd het groen van de paksoi en hak de stelen in stukjes. Verhit op hoog vuur een pan met een beetje olie en bak de gesnipperde overige knoflook. Voeg de paksoistelen toe en bak ze 2 minuten. Voeg de overige sojasaus, het blad van de paksoi, de boter en sesamolie toe. Roer door en serveer direct. Maak op elk bord met een kommetje een bolletje van de rijst. Verdeel de paksoi erover en leg er een paar kipbolletjes op.