Nederland is een prachtig land. Een land van mensen die iets van het leven willen maken. Van mensen die beseffen: het komt er nu op aan. Mensen die op 15 maart aan de wereld willen laten zien dat wij niet meebuigen met de gure internationale wind. Mensen die niet met de Britse premier Theresa May naar de uitgang van Europa lopen, maar met de Duitse bondskanselier Angela Merkel het hart van Europa versterken. 15 maart is ook een keerpunt voor mensen, die zich afvragen of de politiek hen nog wel ziet staan. Voor mensen die zich afvragen of Nederland hun thuis nog wel is. Die er desondanks van doordrongen zijn dat onze toekomst ligt in wat ons bindt. In elkaar weer een beetje de ruimte geven in plaats van te verketteren. Nederland is een prachtig land. Maar we kunnen met z’n allen nog beter. En dat verwachten we ook van onze leiders. Wij willen leiders die ambitie tonen, inspireren, optimistisch naar de toekomst kijken. Die kennis van zaken hebben en bewezen daadkracht in moeilijke tijden. En in deze tijd verwachten mensen van hun leiders vooral dat zij, nationaal en internationaal, onrecht én onzin bestrijden. En zo de samenleving bij elkaar houden. Wie die verwachtingen recht wil doen, moet premier van alle Nederlanders willen zijn. Niet slechts van de ene helft van Nederland óf de andere helft. Nee, van álle Nederlanders. Die premier moet dus komen uit het progressieve midden.