Onenigheid over gif in mosselen

Anderhalve week geleden werden bij mossel- en oesterpercelen in de Oosterschelde en Grevelingen veel te hoge concentraties van het schadelijke tetrodotoxine (ttx) gemeten. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) kondigde onmiddellijk een handelsverbod af voor schelpdieren uit de betreffende Zeeuwse wateren. Onderzoeker Marnix Poelman van de Marine Research van de Wageningen Universiteit meldt desgevraagd dat de gifconcentratie in oesters met 168 microgram zelfs vier keer hoger was dan de toegestane 44 per kilo. Een te hoge dosis kan de menselijke motoriek platleggen. Het Nederlands Mosselbureau en secretaris Jaap de Rooij van de Nederlandse Oestervereniging melden eendrachtig dat nieuwe metingen uitwijzen dat het gif alweer onder de normwaarde zit. „Indien de komende woensdag verwachte uitslagen van nieuwe testen opnieuw lage waarden geven, kunnen de mosselpercelen weer open”, zo voorzien ze. Ook Poelman van de Wageningen Universiteit meldt de lagere waarden. Heropening De NVWA is minder optimistisch over een heropening. „Tot nu toe zien wij op basis van testresultaten geen aanleiding om het eerdere besluit over de sluiting van de productiegebieden terug te draaien. We gaan er komende dagen opnieuw meten en komen op basis van die resultaten met een besluit”, zo meldt woordvoerster Paula de Jonge. Tetrodotoxine duikt elk jaar juni kortstondig op, om na twee circa weken ook weer te verdwijnen. Er zijn pas metingen naar sinds de gifstof in 2016 in Engeland en Griekenland werd aangetroffen. „Het zit waarschijnlijk in voedsel dat de mossels en oesters in die periode tot zich nemen”, aldus de Wageningse onderzoeker Poelman. „We schrikken er ook niet meer van, de bedrijfsvoering van de kwekers is inmiddels ingesteld op een kortstondige zomersluiting”, zo vult Tilly Sintnicolaas van het Nederlands Mosselbureau aan. Het nieuwe mosselseizoen kan volgens haar volgende week probleemloos van start, ook al omdat veel schelpdieren uit andere en diepere delen van de Oosterschelde komen. Eerder besmette oesters en mosselen zijn straks volledig veilig voor consumptie, zo verzekert Poelman. „Juist in Nederland worden de gifstoffen door de sterke en verschillende stromingen in zee goed verwijderd. Zeeuwse mosselen zijn met een beetje ttx nog altijd veel gezonder dan de schelpdieren in Zuid-Europa. Het rustige zeewater aldaar is voor toxines veel prettiger.”