null Om de stijging van de zorgkosten enigszins af te remmen, wil het kabinet met zorgverzekeraars en zorgaanbieders afspraken maken over beheersing van de kosten voor de periode 2019 tot 2022. Voormalig minister Schippers (Volksgezondheid) slaagde er door het maken van dit soort afspraken de afgelopen regeerperiode in ruim een miljard euro te besparen. De nieuwe regering hoopt nu voor de zomer zelfs tot een akkoord te komen dat de schatkist 1,9 miljard euro zou schelen. Dat is echter ongeveer een miljard meer dan de rekenmeesters van het Centraal Planbureau mogelijk achten zonder dat het ten koste gaat van de kwaliteit van de zorg. Bovendien gaat het om een tijdelijke maatregel, die de oorzaken van de kostenstijging niet wegneemt. Als er geen nieuwe akkoorden gesloten worden, zet de groei na 2022 dus even hard door als voorheen. In dat geval komt het volgende kabinet onvermijdelijk voor de keuze te staan om te beknibbelen op andere uitgavenposten, of de burger en het bedrijfsleven meer geld te vragen. Samen met andere stijgende uitgaven, zoals de kosten van het klimaatbeleid, lijken lastenverzwaringen dan onvermijdelijk. De goede sier die dit kabinet nu probeert te maken door enkele miljarden in lastenverlichting te steken, verdampt zo weer als sneeuw voor de zon. De coalitie verwacht echter dat de marktwerking in de zorg er uiteindelijk voor gaat zorgen dat zorgaanbieders geprikkeld worden om daar waar mogelijk te besparen. Maar dat het al nodig is om hoofdlijnenakkoorden te sluiten om de groei enigszins af te remmen, laat zien dat de politiek er niet voetstoots vanuit kan gaan dat dit systeem voldoende zijn vruchten afwerpt. Ook de ontwikkeling van de zorgkosten sinds de invoering van het zorgverzekeringsstelsel, geven daartoe geen aanleiding. Integendeel. Voor het behoud van een solidair zorgstelsel, is daarom politiek debat onvermijdelijk. Lise Witteman