Jacht op Schotse clan na moord op Martin Kok

Het viel de politie meteen op, een dag na de liquidatie van Martin Kok in december 2016, toen de beelden van de bewakingscamera’s werden bekeken. Kok werd geliquideerd in zijn auto na een bezoek aan de seksclub en de Schotse man die bij hem was, liep daarna rustig het terrein af. Deze man is volgens de politie de inmiddels 30-jarige Christopher ’Scottie’ Hughes. De politie denkt dat Hughes Kok heeft gelokt, zodat hij makkelijk kon worden doodgeschoten. De Schot werkte toen voor het Schotse bedrijf MPC voor encryptietelefoons, dat volgens de Schotse politie gerund werd door de broers James (46) en Barry Gillespie (42). De wereldwijd gezochte broers staan bekend als ’The Brothers’. De encryptie- of pgp-telefoons worden hoofdzakelijk gebruikt door criminelen. Onderschepte gesprekken spelen al een aantal jaren een grote rol in het bewijs bij onderzoeken in drugs- en liquidatiezaken. Zoals de ’Mocro-maffia’ met de voortvluchtige gangster Ridouan Taghi en de tot levenslang veroordeelde Naoufal F. vooral telefoons van het bedrijf Ennetcom gebruikten om heimelijk te communiceren, gebruikten ’The Brothers’ uit Schotland telefoons van MPC voor hun activiteiten. Het inmiddels opgeheven bedrijf adverteerde op de misdaadsite van Kok en had ook een vestiging in Amsterdam. De Gillespie-clan is een van de drie machtige criminele bendes aan de andere kant van de Noordzee die actief zijn in Nederland, Spanje en Zuid-Amerika op het gebied van drugs- en wapenhandel. Andere groeperingen zijn de Ierse Kinahan-bende en de groepering rond de onlangs veroordeelde Brit Robert Dawes. Mocro-maffia De drie organisaties doen al jaren zaken met Nederlandse criminelen, onder wie vooral de ’Mocro-maffia’. Bronnen binnen de politie bevestigen dat de Schotse bende ook zaken deed met de Kinahan-clan. De Amsterdamse crimineel Naoufal F., die recent tot levenslang is veroordeeld, werd in 2016 in Dublin in een huis van de Kinahans opgepakt. Volgens justitie werkten F. en de voortvluchtige Ridouan Taghi nauw samen. Taghi zit volgens het Openbaar Ministerie achter de moord op Kok. Dinsdag werd in Opsporing verzocht aandacht gevraagd voor de Gillespie-clan in verband met de moord op Kok. Naar de Schotten wordt op Europees niveau al veel langer gezocht, blijkt uit eigen onderzoek. De Schotse politie vaardigde in februari een Europees arrestatiebevel uit naar James en Barry Gillespie, Jordan Owen, James White en Christopher Hughes. Zware vergrijpen De Schotten worden gezocht voor zware vergrijpen als ontvoeringen, martelingen en moorden en spelen een hoofdrol in operatie ’Escalade’ van de Schotse politie naar de criminele bende. De Gillespies groeiden op in Rutherglen, vlak bij Glasgow. Daar begonnen ze te bouwen aan hun criminele imperium. Zo’n tien jaar geleden verlieten de broers Schotland. De broers en hun partners zouden zich nu schuilhouden in Brazilië, Portugal en volgens de Nationale Politie mogelijk zelfs in Nederland. Volgens de Schotse politie zit de groepering volop in cocaïne- en wapenhandel en zitten de leden achter de smokkel van grote partijen drugs vanuit Zuid-Amerika naar Europa. De Schotse politie, zo meldde Opsporing verzocht, waarschuwt dat de vijf bekendstaan om hun extreem korte lontjes. Ze zouden bovendien ’keiharde straatvechters’ zijn. Een woordvoerder van Europol laat aan De Telegraaf weten dat Europol het onderzoek van de Schotten steunt en er een samenwerkingsverband is met Brazilië. „Maar over individuele onderzoeken doen we verder nooit mededelingen”, aldus Tine Hollevoet. Verklaring MPC Het bedrijf MPC Secure Communications bevestigde in een verklaring in december 2016 na de moord op Martin Kok, dat het een deal had gesloten met de misdaadblogger over advertenties. In de verklaring stond ook dat het bedrijf een optredens van Kok bij omroep PowNed zou sponsoren. Over het weglopen van Hughes na de liquidatie zei het bedrijf dat de Schot in ’shock’ was en zichzelf in veiligheid wilde brengen. MPC bekritiseerde het verhoor van Hughes bij de politie. Er zouden vragen zijn gesteld over cliënten van het bedrijf en MPC vond niet dat Hughes hier antwoord op hoefde te geven.