Halsema: ’Het is hier niet meer veilig’

De opkomst is woensdagavond aanzienlijk op de bewonersbijeenkomst op een school in de buurt. Halsema trapt af door te zeggen dat ’als er drie avonden op rij wordt geschoten, je niet meer kunt zeggen dat het veilig is, of een incident’. De burgemeester vindt het ’verschrikkelijk’. Dat vinden bewoners ook. Drie winkels en restaurants, binnen een straal van zo’n honderd meter van elkaar, worden in de afgelopen dagen beschoten of geteisterd met explosieven. Hardwerkende ondernemers? De buurt denkt van niet. „Het is bekend dat die mannen uit de verkeerde hoek komen”, zegt iemand. „Maar mijn vrouw en kinderen lopen iedere dag in die straat.” Veel bewoners en collega-ondernemers, die bang zijn genoemd te worden bij naam, zien schoonmaakbedrijf HBS als spin in het web. Veel panden eromheen zouden tot dezelfde eigenaren behoren. Het is er al langer onrustig, op zijn minst. Bij HBS ramde een auto de gevel. Ook zou er ooit een lichaam zijn gevonden, vertelt iemand, terwijl een woordvoerder van de politie woensdagavond daarop nog niet kan reageren. Veel bewoners roepen politie en gemeente op om de bedrijven beter te checken. Waar komen de geldstromen vandaan? Eén bewoner oppert een halfjaarlijkse check. „Bij dat bedrijf was eerder een grote vete, daarom zijn er paaltjes geplaatst”, valt iemand hem bij. Weer een ander: „Iedereen weet dat het een fout bedrijf is. Iedereen.” In het bedrijf ernaast zit een feestwinkel. Vorig jaar nog werd in hetzelfde pand – toen een nagelstudio – een wietkwekerij gevonden, toen bij studenten in de bovenwoning het licht uitviel en ze op zoek moesten naar de hoofdschakelaar, zo vertellen buurtbewoners besmuikt. De nieuwe winkel zit er pas net, maar bewoners zijn bang dat de panden inderdaad gelieerd zijn en meer beschietingen volgen. Ook ondernemers zeggen, op voorwaarde van anonimiteit, dat ze bang zijn. „Als mensen een hekel aan je hebben, is het niet moeilijk om een handgranaat te plaatsen. Je wordt meteen gesloten. Zo moet je echt oppassen dat je geen ruzies hebt. De gemeente houdt dat in stand.” Op de bewonersbijeenkomst kondigen politie en gemeente maatregelen aan. Er is één camera geplaatst, morgen komen er nog twee. Ook houden agenten een oogje in het zeil. „Zo kunnen we in ieder geval zorgen, dat het de komende nachten rustig is”, aldus hoofdcommissaris van de politie Pieter-Jaap Aalbersberg. Bewoners zijn dankbaar, maar sceptisch. Een vrouw breekt zodra ze over haar zusjes praat. „Ze wonen boven die panden en werken in de horeca. Wat als ze over straat lopen en...”, zegt ze hoorbaar geëmotioneerd. Een ander is cynisch over de autoriteiten en heeft het over ’praatje hier, praatje daar’ terwijl een ondernemer ’de harde hand’ oppert, zoals vroeger. Halsema: „U zou het niet verwachten met mijn achtergrond, maar ik ben het helemaal met u eens.” Ook over de camera’s bestaat lichte scepsis. Een vrouw vertelt dat ze een van de schutters vermoedelijk heeft gezien en dat een camera weinig zou helpen. „Die jongens reden op een scooter. Zwarte hoodies, capuchon. Hoe gaan we dat met camera herkennen? Je ziet er niets aan.” Hoofdcommissaris Aalbersberg countert dat een getraind oog bij camerabeelden soms toch nuttige aanwijzingen kan zien, soms het kleinste detail. „We hebben veel liquidaties kunnen oplossen dankzij camerabeelden.” De politie weigert op dit moment nog conclusies te verbinden aan de vermoedens dat meerdere panden uiteindelijk tot een groep rond dezelfde eigenaar behoren. De hoofdcommissaris benadrukt dat ’er eerst bewijs moet zijn’. Bovendien: de eerste prioriteit is de daders te vinden. De beschoten panden, ook de eigenaars van HBS, zijn nog steeds slachtoffers. Waarom de panden zijn beschoten, is nog een raadsel. Er wordt gefluisterd over drugs, en iets dat ’gestolen’ is, maar concreet weet niemand wat er precies is gebeurd. Ook de politie reageert niet, maar belooft veiligheid, net als Halsema, die aan het eind nog toegeeft dat de handhavers moeten roeien met de riemen die zij hebben. „Toen ik aantrad, wist ik dat er in Slotervaart veel onveiligheid is, en de stad kampt met schaarste in handhaving, in mogelijkheden. Maar wat we kunnen doen, gaan we doen.”