OM eist 15 jaar cel voor moord op Alkmaarse kickbokser in 2001

De destijds 38-jarige De Nijs werd op 22 juni 2001 op klaarlichte dag in het centrum van Alkmaar van dichtbij van achteren door zijn hoofd geschoten. De politie heeft altijd in het duister getast over de achtergronden, al wees veel op een afrekening in het criminele milieu. H. bekende de moord vorig jaar plotseling toen hij in Nederland een celstraf uitzat voor wapenbezit. Hij zei uit wroeging te handelen.

De Est, die lang zweeg over het motief, zei vrijdagmorgen dat het ging om „een persoonlijk conflict.” Hij zou klappen hebben gehad van De Nijs, die hij aanvankelijk alleen had willen verwonden. Tegen de aandringende rechters zei hij dat hij zich bedacht toen hij van achteren meende te zien dat De Nijs een wapen trok. Kort ervoor zou De Nijs zich hebben omgedraaid en H. hebben herkend.

"Een kille, koelbloedige moord, uitgevoerd in opdracht, na een zeer professionele voorbereiding."

De aanklaagster geloofde daar helemaal niets van. Zij sprak van „een kille, koelbloedige moord, uitgevoerd in opdracht, na een zeer professionele voorbereiding.” Het relaas van H. was volgens haar „in strijd met werkelijk alles wat hij tot nu toe heeft verklaard.”

Zij verweet de Est achttien jaar lang te hebben gezwegen en nog altijd geen volledige openheid van zaken te willen geven. „Dat hij nog steeds het achterste van zijn tong niet laat zien is voor de nabestaanden zeer teleurstellend. Zij kunnen het boek nog steeds niet sluiten.”

De zwijgzame H. betuigde in één korte zin spijt. Zijn advocaat zei dat uit niets is gebleken dat haar cliënt een huurmoordenaar is. „Natuurlijk is het verwijtbaar dat hij zo lang heeft gezwegen. Aan de andere kant heeft hij achttien jaar rondgelopen met een gruwelijk geheim, dat aan hem is gaan knagen.”

De uitspraak is op 6 maart.