Cijfers van Financiën laten zien dat bijna 80 procent van de zwaar geraakte horecasector het uitstel aanpakte als manier om wat geld in de kas te houden. Dat het nog altijd geen vetpot blijkt uit het feit dat bijna 70 procent van de sector een schuld openstaan. In de bouw- en installatiebranche lijkt het herstel een stuk beter te gaan. Ook daar vroeg zo’n 80 procent van de bedrijven uitstel aan, maar bijna de helft daarvan heeft de rode cijfers alweer weggepoetst.

In totaal staat er een schuldenberg van meer dan 20 miljard euro open bij de Belastingdienst. Dat zit hem vooral in niet betaalde loonheffing en werknemerspremies (ruim 10 miljard euro) en btw (zo’n 6,6 miljard euro).

Steunmaatregel

Het belastinguitstel werd tijdens de coronacrisis ingevoerd als steunmaatregel, specifiek om te zorgen dat ondernemers nog genoeg geld op zak hadden. De mogelijkheid om geen taks te betalen heeft uiteindelijk gelopen tot 1 april dit jaar, sinds deze maand moet de taks gewoon weer betaald worden.

En vanaf 1 oktober begint, na een adempauze, het aflossen. Om ondernemers te stimuleren dat snel te doen loopt de invorderingsrente, tijdens de crisis op 0,01 procent gezet, de komende jaren in stappen weer op naar 4 procent. In totaal hebben ondernemers vijf jaar voor het terugbetalen.

De VVD zou graag zien dat ondernemers meer tijd krijgen om hun schulden af te betalen, de partij denkt aan tien of twintig jaar. Maar Financiën vindt vijf jaar, in combinatie met de adempauze tot oktober, al ’ruim’: „De start op 1 oktober (circa zevenenhalf maand na de versoepelingen) geeft ondernemers de gelegenheid om de onderneming weer draaiend te krijgen voordat ze met aflossen moeten starten.”

Oppotten

De schulden te lang oppotten vindt het ministerie een slecht idee: „Het te lang laten bestaan van belastingschulden, belemmert uiteindelijk efficiënte keuzes en leidt tot ongewenste macro-economische effecten. Denk hierbij aan het kunstmatig in leven houden van niet-levensvatbare bedrijven wat economisch suboptimaal is. Hoe schrijnend het ook is voor een individuele ondernemer.”

Financiën wil wel in gesprek met ondernemers over de aanpak van de schuldaflossing. Zij kunnen daar online op reageren en er volgt ook nog een ’rondetafelsessie’ tussen bedrijfsleven en overheid.