Het Universitair Medisch Centrum Utrecht (UMCU), de Hogeschool Utrecht (HU) en het bedrijf ProtoSpace zijn een samenwerking gestart voor onderzoek naar 3D-printen in de medische wereld. Als het aan onderzoekers ligt, rollen over tientallen jaren complete organen uit de 3D-printer. Daartoe zijn de drie partijen onder de naam Utrecht3DMedical, het eerste onderzoekslab van Nederland gestart. Nu is dat een kleine onderzoeksruimte op een industrieterrein aan de rand van de domstad, maar later dit jaar opent een groot laboratorium op de Utrechtse Uithof. Niet meer wachten op donor Doel van de samenwerking is om van zowel kunststof als biomedisch materiaal (collageen en gelatine) nieuwe organen te maken. „Voordeel is dat je bijvoorbeeld een nieuwe knie direct op maat kunt maken. Je hoeft ook niet te wachten op een donor”, verduidelijkt een wetenschapper van het UMC. Hij vervolgt: „De schedeltransplantatie in het UMC Utrecht is een goed voorbeeld. Een jonge vrouw kreeg twee jaar geleden een compleet nieuwe, kunststof hersenpan. Dit was de eerste keer ter wereld dat een dergelijke operatie werd uitgevoerd.” Krachten bundelen Volgens Do Blankenstijn, instituutsdirecteur bij de faculteit Natuur en Techniek van de HU, wordt er steeds meer onderzoek gedaan naar 3D-printing. „Maar het gebruik ervan voor de medische sector is nog vrij onbekend. Als individuele partijen hebben we hier best wat kennis over in huis, maar je moet de krachten bundelen om dingen voor elkaar te krijgen en wereldwijd het verschil te maken.” Van vaasje naar organen De onderwijsinstelling focust zich op de technische kant van het verhaal, terwijl het UMC Utrecht de (bio)medisch specialist is. ProtoSpace heeft ervaring met de printtechniek. Het bedrijf begon met het maken van vaasjes en nu zijn dat lichaamsdelen zoals prothesen. Er worden uitsluitend prototypen gemaakt. Het is geen fabriek waar straks kunststof-knieën van de band rollen. Hoe lang het precies gaat duren voordat er daadwerkelijk complete organen uit de printer rollen is ongewis. Dat hangt van de stand van de techniek af en de financiële middelen. „De moeilijkheidsgraad is dat je van onnatuurlijk materiaal organen moet maken die het lichaam accepteert. Synthetisch materiaal kun je smelten en de printer maakt er een bepaalde vorm van die uithardt. Maar als je dat doet bij zacht weefsel, dan verbrand je de levende cellen”, aldus onderzoeker Joost Sluijter