Niet alleen Venetië wordt geteisterd door noodweer met alle gevolgen van dien. Ook de rivier de Arno in Toscane staat verdacht hoog. In Florence wordt gevreesd dat er weer eens een ramp kan gebeuren zoals de beruchte overstroming uit 1966. In Pisa is zelfs het leger ingezet om overstromingen te voorkomen. in alle hoeken van het land klinkt het alarm. Ook in Rome was er dezer dagen veel regen en een stevige wind. Daardoor zijn zowel bomen als elektriciteitspalen op straten gevallen. Doorgaans staan na een enkele stortbui in Rome vele straten blank en is de chaos direct compleet. In de Noord-Italiaanse stad Bolzano, aan de grens met Oostenrijk, is ondertussen lawinegevaar. Italië is een land dat regelmatig wordt geteisterd door natuurrampen. En niet alleen door lawinegevaar in de bergen of risico van overstromingen van rivieren of de zee na veel regenval. Er zijn vaak aardbevingen, zoals die in de stad l’Aquila in 2009, waarbij bijna 300 doden om het leven kwamen. Of modderstromen, die zelfs wel eens plaatsjes hebben weggevaagd. Wat de Italianen zich dezer dagen weer eens regelmatig afvragen is hoe het toch komt dat Nederland, dat voor een behoorlijk deel onder het zeeniveau ligt, zo veel minder problemen heeft. Natuurlijk, ook wij worden af en toe op de proef gesteld. Ruim twee jaar geleden was er een aardbeving in Slochteren en er was een grote overstroming van de Maas in 1993. Maar dat haalt het echt niet bij de frequentie waarmee de Italianen met natuurrampen worden geconfronteerd en de vele slachtoffers die hierdoor worden veroorzaakt. Toch zou Nederland qua natuurrampen in potentie het onveiligste land zijn in Europa. Dat bleek drie jaar geleden althans uit onderzoek van het World Risk Report, een onderzoeksorgaan van de United Nations University. Maar na de watersnoodramp in 1953 hebben wij kennelijk ons lesje geleerd. Italië zou veel van ons preventiebeleid tegen natuurrampen kunnen leren.