Kabinet stopt met alcoholslot

Het alcoholslot werd in het verleden opgelegd door het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR). Het Hoge Raad oordeelde in maart vorig jaar dat deze manier wankelt. Het CBR maakte bijvoorbeeld bij het opleggen van het slot geen individuele belangenafweging. Tevens werd duidelijk dat automobilisten met een door het CBR opgelegd alcoholslot daarnaast niet ook strafrechtelijk vervolgd konden worden.

Het kabinet heeft sindsdien verwoede pogingen gedaan om het alcoholslotprogramma te behouden. Minister van der Steur laat nu weten de handdoek in de ring te gooien.

Strafrecht

Als je het alcoholslot doet, móét het in het strafrecht, concludeert hij. Maar als automobilisten dan voor de kosten opdraaien, zoals in het verleden ook altijd gebeurde, dan zal de rechter er een stuk minder opleggen dan toen het CBR er nog over ging, verwacht de minister. Gemiddeld worden de kosten daardoor hoger, waardoor de rechter nog minder geneigd zal zijn om het slot op te leggen.

Van der Steur heeft tevens bekeken of het Rijk dan de kosten van het inbouwen ervan op zich kan nemen. Maar dan zouden er nog steeds veel minder alcoholsloten opgelegd worden dan in de oude situatie. Dat gaat respectievelijk om 1.000 tegen 3.000 sloten. De kosten voor het Rijk komen dan te liggen tussen de 2,4 miljoen tot 7,2 miljoen euro, staat in de brief.

Volgens de VVD-minister wegen deze bedragen niet op tegen al bestaande juridische instrumenten om drankrijders de voet dwars te zetten. „Alles afwegende heeft het onderbrengen van het alcoholslot in het strafrecht te weinig meerwaarde. Derhalve is het niet opportuun om het alcoholslotprogramma in stand te houden”, aldus Van der Steur.