Na de zware aardbeving en de verwoestende tsunami op 11 maart 2011 heeft het toerisme naar Japan een behoorlijke deuk opgelopen. De problemen met de kerncentrale bij Fukushima hebben voor veel onrust bij de reiziger gezorgd. Toch valt er nog veel, heel veel meer te zien in het land van de rijzende zon. Mijd het gebied rond de centrale en geniet van wat er nog meer te beleven valt in dit land vol tegenstellingen met z’n bijzondere mensen. Direct bij je aankomst op Narita Airport, op een uur reizen van Tokio en lang niet zo druk als je zou verwachten, stuit je op de Japanse efficiëntie. De paspoortcontrole is, mits je je formuliertjes goed hebt ingevuld, de spreekwoordelijke formaliteit en een visum is niet nodig. In no time sta je bij de band om je koffer op te pakken. Ook het inklaren bij de douane daarna is een eitje en met veel bedankjes en buiginkjes word je tot het land van de rijzende zon toegelaten. Beroemdste kruispunt Eenmaal in de stad overweldigt je direct de massaliteit. Iedereen is gehaast op weg ergens naar toe. Als we gids Kyoko Hata, die ons de komende dagen Tokio zal laten zien, daarover vertellen troont ze ons direct mee naar Shibuya-station. Op het plein ervoor vind je het beroemdste kruispunt van Japan. De zes zebrapaden op dit ene kruispunt begeleiden op drukke momenten soms wel 2000 voetgangers per groen licht naar de overkant. Een indrukwekkend gezicht… Omdat we toch bij het metrostation zijn, gaan we ondergronds direct door naar het volgende bijzondere plekje. Want uiteraard is de metro het meest efficiënte vervoersmiddel in deze overbevolkte wereldstad. Het is wel even opletten. Weliswaar staat alles ook in het Engels aangegeven, maar het is er druk met zo’n 127 procent bezetting (!) — tijdens de spits zijn er ’woman only’-rijtuigen om met name ongewenste intimiteiten in de overbeladen rijtuigen te voorkomen — en een wirwar van gangen doet je snel verdwalen. Oase van rust De Meiji Shrine blijkt een oase van rust! Het Shintocomplex is aan het begin van de twintigste eeuw aangelegd voor de 122e keizer van Japan. Er zijn drie grote toegangspoorten waar de Japanse bezoekers nogal wat rituelen afwerken voor ze er onderdoor lopen. Het grote park is inclusief alle bomen geheel met de hand aangelegd. Halverwege stuiten we op een muur van plastic tonnen. Het blijken sakevaten te zijn, de rijstwijn die een belangrijke rol speelt bij het Shintoritueel. Aan de overzijde ervan is een muur opgetrokken van houten wijnvaten van Franse chateau’s. De adellijke leider bleek nogal een liefhebber van goeie wijn en zijn bijnaam luidde dan ook Keizer Alcohol, knipoogt Kyoko. Het heiligdom zelf blijf je op gepaste afstand van. Je ziet wat Shinto-priesters die er aan het werk zijn, maar veel meer gaat het er bij de Japanners om een wens te doen in het zicht van de shrine. Tegenover het tempelcomplex in de wijk Harajuku zit Takeshita Dori. Een geliefd winkelstraatje bij de Japanse kids en dagelijks zo druk als bij ons de Kalverstraat op de zaterdagmiddag voor kerst. Hier vind je, met name in het weekend, de lolita’s. Oudere meisjes die uren voor de spiegel staan om zichzelf te transformeren tot een meisje van dertien in de meest uitbundige outfits. Sla je een paar hoeken om dan zit je op de Omote Sando, compleet het tegenovergestelde. Alleen de topmerkzaken vind je hier, gevestigd in bijzondere designpanden van gerenommeerde architecten. Dure aardbeien Nog veel meer keuze vinden we in Ginza, dè shopwijk van Tokio. Hier zitten alle flagshipstores van welk bekend merk ook. In het warenhuis Mitsukoshi, zeg maar onze Bijenkorf maar dan nog duurder, kun je het zo gek niet bedenken of het is er. Kijk je ogen uit op de complete verdieping vol etenswaren. Een bakje aardbeien kost hier dertig euro en een piepkleine bonbon 2,60. Dòòr moeten we van Kyoko; er is nog zoveel te zien. Ze neemt ons mee naar een tempelcomplex. Midden in de wijk Asakusa ligt de Asakusa Kannon-tempel. Het is er een waar gekkenhuis. Riksjarenners bedelen om je aandacht, ontelbaar veel proppers duwen je van alles in de hand en duizenden toeristen vergapen zich aan de eerste poort. Gebouwd in 1960 en geschonken door Konosuke Matsushita, de oprichter van Panasonic. De goede man kampte met gezondheidsproblemen en doneerde veel aan de tempel in de hoop zijn wankele welzijn op te krikken. Op de enorme lampion die in het midden van de poort hangt, staan vier Japanse karakters die niets anders betekenen dan het woord… Panasonic. Religieuze reclame in optima forma! Een overladen winkelstraatje met souvenirshops leidt naar het eigenlijke tempelcomplex. Ook hier is het weer wensrituelen afwerken tot je er bij neervalt, veelal tegen betaling van een paar muntjes. Betoverend mooi uitzicht We zijn weer toe aan rust en die vinden we in het Imperial Palace East Garden. Daar vind je de overblijfselen van Edo Castle uit de tijd dat Tokio zo heette en het militaire machtscentrum van het land was. De huidige, 125e keizer van Japan, Akihito (78) en keizerin Michiko wonen nog steeds in het prachtige door grote wallen omgeven park. We besluiten met een overzicht op de stad vanuit de Tokyo Tower. Dit 333 meter hoge Eiffeltoren-achtige gevaarte werd al in 1958 neergezet als televisiezender en biedt, zeker ’s avonds een betoverend mooi uitzicht op de enorme stad. Door de hoogbouw er omheen functioneert hij niet meer naar behoren, daarom wordt er nu aan de rand van het centrum van de stad een nieuwe zender gebouwd (opening 1 mei), de Tokyo Sky Tree van maar liefst 634 meter hoog… Via Mount Fuji – we konden niet bij de 3776 meter hoge vulkaan komen omdat het sneeuwde op de wegen naar boven – zijn we op weg naar kuuroord Hakone. In het Fuji Hakone National Park maken we een tussenstop om met een kabelbaan naar 1000 meter hoogte de berg op te gaan. Daar stijgen dikke stoomwolken uit de zwavelpoelen op en met Mount Fuji op de achtergrond begrijp je de ongekende vulkanische activiteiten waar het land mee te maken heeft. Maar liefst 106 vulkanen kent Japan, waarvan de al 300 jaar ’slapende’ Mount Fuji hèt symbool is. Talrijke hotsprings Het heeft van Hakone een ware trekpleister gemaakt. De hotsprings zijn er talrijk. Kwamen de Japanners er voorheen vanwege die geneeskrachtige baden, nu is het vooral om te ontstressen in een van de talrijke hotelletjes. Wij slapen die avond in een ryokan, een traditioneel Japans hotel. Deze voormalige herbergen voor de Japanse handelsreiziger bieden nu opperste luxe en traditie tot op het bot. Dat begint al bij de ontvangst door vijf in klederdracht gestoken dames. Ze hijsen je direct in kimono, want tijdens je verblijf in het mooie, oude gebouw is dat je verplichte outfit. Uiteraard ontspan je eerst in een hotspring, waar ook weer tal van regeltjes voor gelden. Slippertjes achterlaten in het voorportaal; alles uit in de omkleedruimte en in de badruimte eerst douchen gezeten op een piepklein krukje. Het gloeiendhete bad doet weldadig aan en eenmaal terug in je sobere kamer – die is op een laag tafeltje en een kussen om op te zitten na compleet leeg is – wordt je avondeten geserveerd. Het is Japans eten op z’n allerbest. We genieten van allerlei prachtig opgemaakte bordjes met sushi en sashimi van tonijn, zalm, slakken en inktvis en alles daar tussenin wat we niet konden herleiden. In een bouillon op een vuurtje suddert kool met daarop ook nog allerlei vis. Na nog een gang sluit je met een kopje groene thee de ceremonie af en wordt je bed opgemaakt. Een eenvoudige matras op de grond met een laken en dekbed erop en dan is het acht uur! Verkwikkend nachtje Voor de deur van de ryokan nemen we de volgende ochtend, na een uiterst verkwikkend nachtje, de bus naar het treinstation Odawara. En het is echt waar: het openbaar vervoer in Japan, of dat nu metro, trein of bus is, rijdt exact op tijd. Op de vraag ’Odawara’ knikt de gehandschoende chauffeur en overhandigt een kaartje met daarop een nummer. Het correspondeert met hetzelfde getal op een display voor in de bus. Gedurende de route verandert het bedrag dat eronder staat en waar je uitstapt dien je dat dan te betalen. Weliswaar kom je hier geen Engelse ondertitels meer tegen, maar iedereen wil je helpen, ook al spreken ze geen woord over de grens.In het station is het even zoeken, maar ook hier helpen de stationchefs je graag op weg. We zullen namelijk met de Shinkansen naar Kyoto reizen. Deze zogenaamde bullettrains rijden dwars door Japan met snelheden tot 300 kilometer per uur. In een flits zit je in deze snelle treinen – de reizigers ruimen alle rommel die ze tijdens de rit hebben gemaakt vlak voor uitstappen op en nemen het mee - op je bestemming. Uitgebreid tempelcomplex Het voormalige regeringscentrum Kyoto is met maar liefst zeventien werelderfgoederen een toeristentrekpleister van de eerste orde. Ook hier draait het voornamelijk om religieuze gebouwen, zoals de beroemde Kiyumizu-tempel. Het eeuwenoude boeddhistische complex is even buiten de stad tegen een bergwand aangebouwd en als je daar vandaan over Kyoto uitkijkt snap je waarom de monniken ooit voor deze prachtige plek hebben gekozen. Overigens is het weggetje er naartoe een feest. Het nauwe straatje bergop is vergeven van de Japanse, Chinese en Koreaanse toeristen en kent aan beide zijden een vrolijke mix van souvenirwinkeltjes en snackshops. In tegenstelling tot Tokio lopen veel Japanse vrouwen en meisjes traditioneel gekleed in hun mooie kleurrijke kimono’s en onhandige houten slippers zo de heuvel op. Ze vormen een mooi contrast met de vaak somber geklede moderne mens. Eenmaal verdwaald in het uitgebreide tempelcomplex bekruipt je na enige tijd het gevoel in een speelhal beland te zijn. Werkelijk overal kun je – net als overigens elke andere tempel die we bezocht hebben in Japan - tegen een kleine vergoeding je wens uitspreken, een strootje trekken waarmee je geluk bepaald wordt, een boeddhabeeldje aanraken om lastige kwaaltjes te laten verdwijnen, wierook branden of van het heilige water drinken. En reken maar dat de Japanners, van kleine schoolkinderen tot aan ouden van dagen, zich massaal aan dit religieuze gokwerk overgeven. Overal wordt gerammeld aan kokers of een gong geluid, onderwijl de allerliefste wens prevelend. En dat alles onder het kermisgeluid van honderden muntjes die in koperen bakken worden gegooid… Toeristen verkleed als geisha's Vlakbij de tempel kun je de eeuwenoude smalle (winkel)straatjes in die precies laten zien hoe het er vroeger uitzag, toen Kyoto vanaf 795 tot 1868 het keizerlijke machtscentrum van het land was. Prachtige honderden jaren oude houten gebouwtjes, met doorkijkjes waar elke hedendaagse designer gek van zou worden. Ook hier weer veel in traditionele kimono’s gestoken vrouwen. Sommige zelfs met wit geschminkt gezicht. Het worden er meer en meer, het lijkt wel een parade van geisha’s, de kunstenaresse die met haar zang en dans gezelschappen vermaakte. Statig en met kleine pasjes bewegen ze zich voort, zich hoegenaamd niets aantrekkend van de stiekeme blikken en foto’s die worden genomen. In een achteraf straatje ontdekken we hoe dit komt. Op het uithangbord van een klein winkeltje blijkt dat je je als toeriste kunt laten opmaken en kleden als een geisha. Voor 12.000 yen (zo’n 120 euro) worden er dan een paar foto’s van je gemaakt. Durf je meer dan ga je met een begeleider de straat op voor een wandeling van een uur (14.500) en de top is dezelfde wandeling maar dan met fotoshoots op de allermooiste plekjes van historisch Kyoto (17.500 yen)... De volgende dag legt gids Yasuko Noguzi ons uit dat wat wij hebben gezien de toeristische attractie was. Toch zijn er nog steeds geisha’s en maiko’s (de leerling-geisha’s) actief. Waren dat er ooit duizend, nu zijn er nog zo’n 250 over, waarvan 100 leerlingen. Ze troont ons mee naar de wijk Gion en laat ons de huizen zien waar ze wonen, de schoonheidssalons waar ze worden opgemaakt. En vertelt dat als je ze wilt zien je in het weekend rond vijf uur in deze wijk het meeste geluk zult hebben. Gouden paviljoen Met de gids bezoeken we in vogelvlucht nog meer historische erfgoederen van deze bijzondere stad, die juist om die reden in de Tweede Wereldoorlog van bombardementen verschoond bleef. Zo is er de Ryoanji-tempel, waar zeshonderd jaar geleden een monnik de ultieme zen-tuin ontwierp, de wereldberoemde rockgarden. Op een stukje van zo’n 25 bij 10 meter liggen vijftien grote en kleine stenen, omgeven door wit grint. Van welke kant je ook kijkt, je zult altijd maar veertien stenen zien! Voor een paar honderd yen kun je hier uren zitten en kijken naar de steriele tuin en jezelf misschien wel verrijken met bijzondere invallen... Het Gouden Paviljoen is dè absolute trekpleister van toeristisch Kyoto. De pagode, ooit gebouwd door een shogun, een van de militaire leiders van het land, is geheel opgetrokken uit bladgoud en maakt onderdeel uit van het Rokuonji tempelcomplex. Het levert op elk fototoestel een mooi plaatje op en duizenden toeristen per dag laten zich met het bijzondere gebouw vereeuwigen. Hiroshima De laatste maar meest indrukwekkende stop op onze trip door Japan is Hiroshima. Vanaf het centraal station is het een paar haltes met de tram naar het Peace Memorial Park op een eilandje in de rivier Oto. Alle monumenten in dit park hebben uitzicht op de Genbaku-koepel, de bekende resten van het grote gebouw dat als enige nog gedeeltelijk overeind stond na de verwoestende gevolgen van de atoombom in de Tweede Wereldoorlog. Maar liefst 140.000 burgers verloren hun leven in deze stad, die volledig met de grond gelijk werd gemaakt. Hiroshima heeft zich sindsdien opgeworpen als de stad van de vrede. Eenmaal in het museum wordt duidelijk wat een afschuwelijk moment het moet zijn geweest voor de inwoners van deze stad. Op 6 augustus 1945 om exact 08.15 kwam de bom op 600 meter boven de grond tot ontploffing. Terwijl bommenwerper Enola Gay na het droppen direct rechtsomkeert maakte, woedde op de grond een inferno dat zijn weerga niet kende. De tentoonstelling is huiveringwekkend en diep onder de indruk van beelden op ons netvlies razen we later die middag weer met 300 kilometer per uur over het spoor richting Kobe. De tegenstelling is haast niet te rijmen. Meer en meer raak je onder de indruk van de veerkracht van dit volk, dat in maart 2011 nog zoveel ellende te verwerken kreeg. Japan heeft ons hart in ieder geval veroverd… Tegenstellingen Het is een land vol tegenstellingen. Waar de elektronische billboards je toeflitsen met de modernste zaken, terwijl traditioneel geklede dames op hun teenslippers er geruisloos voorbij schuifelen. Waar de liftboy, de taxichauffeur, de portier, de conducteur je met veel buigen omstandig bedankt als je aankomt of weggaat. Maar een hand geven doen ze niet aan. Waar op elke straathoek, oversteekplaats, parkeerplaats, busstop of tramhalte diverse veiligheidsbeambten staan om mensen te helpen oversteken, tegen te houden, het verkeer te regelen en wat dies meer zij. En het liefst gebruiken ze er een megafoon bij. Waar de schitterende natuur moet opboksen tegen de hypermodernste steden. Maar bovenal een land vol respect voor elkaar. Het heeft ons hart in ieder geval gewonnen… Klik hier voor de bijbehorende video over Japan. Reiswijzer De Reiskrant reisde met KLM, die diverse bestemmingen in Japan aandoet (zie www.klm.com); met JTB Amsterdam (www.jtb-europe.nl) en met Tozai Travel (www.tozai.nl) en logeerde onder andere in Okura Hotels (www.okura.com). Kijk voor meer informatie o.a. op www.jnto.go.jp De snelste manier om in het land te reizen is met de bullettrains, de zogenaamde shinkansen. Ga naar een JR Railways-bureau (b.v. www.japantours.nl, www.tozai.nl) en koop er een pas voor de tijd dat je er bent. Voor de treinen, maar ook de bussen en de metro’s geldt de Japanse efficientie: het zijn er veel, ze rijden snel en altijd op tijd. Eten en drinken In 1960 aten ze in Japan nog 190 kilo rijst per jaar per inwoner. Nu is dat gedaald naar 60! Brood is de grote vervanger. En overal in de steden zie je dan ook burgerstores, Delifrance-zaakjes of pizzatenten... Lunchen doe je in een sushi-zaak, zoals de uitstekende franchise Sushizanmai. Hier wordt elke komende of vertrekkende gast luidkeels begroet door zowel de chefs als het bedienend personeel. Alles wordt vers voor je neus geprepareerd. Kaiten Sushi is een zaak waar je aan een bar zit en de sushi op schoteltjes langs komt op de lopende band. Pakken wat je lekker vindt en aantal schoteltjes afrekenen. 100 yen per schoteltje, zo’n een euro, vaak voor twee sushi’s, is geen geld. ’s Avonds zijn er in alle steden veel mogelijkheden om uit te gaan. Let wel goed op dat de menukaart buiten prijzen weergeeft, want het kan onzettend duur zijn. Tips: In totaal kent Japan zo’n 120 miljoen inwoners. Dat komt neer op zo’n 336 mensen per vierkante kilometer, maar in Tokio is dat 6000 per vierkante kilometer! Niet verwonderlijk dat het in de hoofdsdtad van het land zo druk is. In de wijk Ueno vind je twee lange straten die parallel langs de hoger gelegen treinrails lopen, Ameyoko. De een kent allerlei snuisterijenshops en visstands, terwijl de ander heel veel restaurantjes en andere voedelstands kent. Fantastisch druk, hoop herrie, mooi. Niet te missen is de elektronicawijk Akihabara. Nog een ding: toiletten in Japan is een verhaal apart. Zodra je gaat zitten begint er van alles te brommen, te zoemen en te spoelen. Bovendien zijn de brillen verwarmd en als je klaar bent zit er een heel scala aan knopjes waar je je mee kunt vermaken om de boel eens grondig te reinigen... Edo Alhoewel historici het betwisten is er voor het eerst sprake van een Japanse keizer vanaf 660 voor christus. Maar in feite lag de macht in handen van de shoguns, de militaire leiders die de samoerai aanvoerden. De shogun-regering streefde totaal isolement na. Honderden jaren lang kwam er niemand het land in. Alleen Nederland was het enige land ter wereld dat handel met ze mocht drijven. Dat gebeurde voor de kust van Nagasaki op het kunstmatige eilandje Desjima. Tot 1868 stond Tokio bekend als Edo; toen kwam de Meiji Restauratie en werd de macht door de Shoguns teruggegeven aan de keizers (1868-1912 Meiji Keizer) en werd de hoofdstad, toen Kyoto verplaatst naar het oosten; Oost=To, hoofdstad=KYO, vandaar Tokyo (oostelijke hoofdstad). Het Edo Castle in de Imperial Palace East Garden was een meerdere verdiepingen tellende burcht. Toen de macht in 1868 door de shoguns werd teruggegeven aan de keizerlijke familie werd het Edo Castle omgedoopt tot keizerlijk paleis. Het kwam in handen van keizer Meiji, die eigenlijk Mutsuhito heette, maar Japanse keizers worden posthuum altijd aangeduid met de naam van hun bewindstijd, de 122e keizer. De Japanse samenleving veranderde, werd op papier meer democratisch maar in feite lag de macht, tot het einde van de Tweede Wereldoorlog, nog steeds bij de militairen.