Nieuws/Binnenland
536947619
Binnenland

Rechter in bodemprocedure: uitstel gezinshereniging onwettig

BREDA - Opnieuw heeft de rechter bepaald dat uitstel van gezinshereniging die het kabinet instelde om de asielstroom in te perken onwettig is. Dat staat in een vonnis van de vreemdelingenkamer van de rechtbank Den Haag in de bodemprocedure van een Turkse statushouder die zijn gezin naar Nederland wil halen. Daarmee lijkt een van de pijlers onder de asielmaatregelen van het kabinet weg te vallen.

„De rechtbank is van oordeel dat de nieuwe regeling van het kabinet in strijd is met de Nederlandse vreemdelingenwet, de Gezinsherenigingsrichtlijn, het Europese verdrag tot bescherming van de rechten van de mens, het Handvest van grondrechten van de Europese Unie en het Internationaal Verdrag inzake de rechten van het kind.” De rechter oordeelt dat „aan de gezinsleden van de man een machtiging tot voorlopig verblijf worden verstrekt.”

De voorzieningenrechter in Haarlem oordeelde op 5 december in de zaak van een Syrische vrouw ook al dat een wettelijke basis ontbrak voor de nareisbeperking. Haar zes gezinsleden moesten van de rechter meteen worden toegelaten in Nederland. Zij hoefden niet eerst een half jaar te wachten.

Afgelopen augustus besloot het kabinet voor statushouders voor wie nog geen huisvesting was gezinshereniging met een half jaar uit te stellen om de druk op de asielopvang te verlichten. Het was een belangrijk onderdeel van de asieldeal, waarbij tegenover de aangekondigde spreidingswet voor asielopvang maatregelen stonden om de instroom te verlagen. Na de eerste uitspraak zei staatssecretaris Eric van der Burg (Asiel) de maatregel voorlopig overeind te houden.

Aanhanger Gülen-beweging

In de bodemprocedure gaat het om een Turkse man, vermeend aanhanger van de Gülen-beweging, die in januari afgelopen jaar een verblijfsvergunning kreeg. Zijn gezinsleden zouden volgens de nareisbeperking pas op 11 mei volgend jaar naar Nederland kunnen komen. Daar zet de rechter nu een streep door; ze mogen meteen komen.

In een eerste reactie geeft Van der Burg zijn verlies nog niet toe; hij moet de uitspraak nog ’bestuderen’. Mogelijk gaat hij nog tegen de uitspraak in beroep. „Ik constateer dat deze uitspraak er is en dat die in lijn is met wat een andere rechter eerder heeft gezegd. We zijn niet voor niets in beroep gegaan tegen de vorige uitspraak. Los van deze nareismaatregel zijn wij aan het kijken hoe we grip krijgen op migratie. Deze maatregel maakt deel uit van een breder pakket om te zorgen voor oplossingen voor de opvang van asielzoekers.” Hij noemde het uitstellen van gezinshereniging eerder een ’pijnlijke maatregel’. De maatregel zou anderhalf jaar van kracht zijn, met de gedachte dat tegen die tijd de druk op de opvang wel zou zijn verminderd.

Illusie armer

Nu moet de bewindsman eerder dan gedacht bakzeil halen en is een belangrijk deel van zijn plan om de instroom te verminderen mislukt. „De druk is nog steeds hoog”, laat Van der Burg weten. „Er wordt nog steeds hard gewerkt aan meer structurele opvangplekken.” Twee weken geleden kreeg de Staat ook al twee keer ongelijk toen twee minderjarige asielzoekers het uitstel van gezinshereniging aanvochten.

In de zoektocht naar snelle ingrepen om migratie te verminderen, werd het kabinet eerder deze week ook al een illusie armer. Zo is het werken met quota of streefcijfers voor asielmigratie niet werkbaar, zo zette de Adviesraad Migratie uiteen. Volgens de raad moet het kabinet meer samenhang brengen in z’n migratiebeleid.