Ingrediënten: ¾ liter runderbouillon 4 sneden casinobrood 4 eieren 2 eetl bieslook 4 volle grote eetl jong belegen Nederlandse boeren kaas, geraspt, zout en peper Bereidingswijze: Er is nogal wat buitenland, wat Nederland aangaat. Zo’n beetje de hele wereld, want wij zijn er maar zo’n klein stukje van. En wanneer je die buitenlanders spreekt, dat is dus de hele wereldbevolking min 17 miljoen Nederlanders, al gauw zo’n drie miljard mensen, ok, die spreek je niet allemaal tegelijk, maar dan roepen ze: „Nederland? Oh, cheese?” Cheese is kaas, daar zijn we zo beroemd mee, dat wij met grote minachting al die boeren die zelf nog kaas en boter maken, ooit de bron van al onze voorspoed, lekker in de marge ternauwernood een bestaan gunnen. Terwijl ik me zo kan voorstellen dat de familie van Oranje, jaarlijks glimmend van trots een hoge onderscheiding geeft aan de beste kaasmaker van het jaar. Oh, jullie willen een recept, ook goed. Breng de runderbouillon aan de kook. Snij de korstjes van het brood (voor de vogels) en bak de sneetjes aan beide kanten in zonnebloemolie goudbruin. Leg ze in de soepborden. Laat op ieder sneetje een ei glijden. Rauw, ja, gewoon tik. Strooi er wat zout op en wat peper en giet er dan de gloeiend hete bouillon overheen. Het eiwit stolt maar de dooier blijft zacht. Dan bieslook, dat heerlijke geschenk, die lichte uiigheid, je hoort het in potten en potten op je balkon of in je tuin te hebben. Flink veel. En nu die fantastische prachtig gerijpte Nederlandse boerenkaas. Lekker veel. Als je wilt, nog heel even onder de grill. Maar het kan ook zo. Heel gewoon, Nederlandse kaas. Moeten we blij mee zijn.