Leegstand kost burger fortuin

Door de komende decentralisatie van het sociale domein, die gepaard gaat met nieuwe bezuinigingen en het sluiten van zorginstellingen, verdubbelt de leegstand van gemeentelijke panden. De meeste gemeenten weten niet eens wat zij aan vastgoed bezitten. Dat komt doordat gebouwen meestal door een beleidsafdeling worden aangekocht. Die informatie is niet centraal terug te vinden. Gemeenten, uitzonderingen als Rotterdam daargelaten, hebben daarom ook geen flauw benul hoeveel leegstand ze hebben.

Brij

Een van de deskundigen op dit terrein, Erwin Daalhuisen van adviesbureau Fakton: „Het publieke bezit is in een gemeente versnipperd over veel afdelingen. B en W geven zelden volledig inzicht, en de gemeenteraad stelt onvoldoende lastige vragen. Het is een ondoorzichtige brij.”

Dit zogenaamde maatschappelijk vastgoed, zoals scholen, oude gemeentehuizen en theaters, heeft volgens het laatste onderzoek in 2007 van de Raad voor Onroerende Zaken een totale WOZ-waarde van 25 miljard euro.

Daalhuisen vindt dat veel te veel. „Het merkwaardige is dat gemeenten veel meer budget hebben dan ze zelf weten. Veel van die gebouwen worden zwaar onder de marktprijzen verhuurd, bijvoorbeeld aan een welzijnsinstelling. Dat is een verkapte subsidie feitelijk. Door de prijzen marktconform te maken en hun vastgoed, net als het grondbezit, efficiënt te beheren, kunnen zij veel geld verdienen. Wij hebben twee jaar geleden onderzocht dat gemeenten zo 1,8 miljard kunnen verdienen.” Daalhuisen erkent wel dat het lastig is leegstaande panden te slijten.