Met The Rolling Stones als belangrijkste publiekstrekker vindt dit weekeinde in Landgraaf de 45e editie van Pinkpop plaats. Wat ooit begon als een muziekfeest voor de jeugd van Geleen, groeide onder de vleugels van de Smeetsen en hun medewerkers uit tot een toonaangevend evenement waar de allergrootsten uit de pop/rockwereld maar wat graag komen. Jan en Till Smeets, meneer en mevrouw Pinkpop. Hij is al 45 jaar de man achter het oudste popfestival van ons land; zij 45 jaar en een paar maanden de vrouw achter de man en medeorganisator. De drie drukste dagen van het jaar hebben ze zo hun eigen rituelen. Jan gaat het hele weekeinde geen minuut naar bed, Till leeft drie dagen op friet. Hoewel Jan de zeventig ziet naderen, denkt hij geen moment aan stoppen. „Hij mag van mij doorgaan tot-ie erbij neervalt, maar ik zeg vaak genoeg dat hij wat rustiger aan moet doen. Tja, hij luistert niet”, zegt Till (65) laconiek. De ’erfenis’ is wel geregeld. Ondanks dat een van hun twee kinderen momenteel tijdelijk de pers, gasten en invalide bezoekers begeleidt, blijft het festival niet binnen de familie. Jan: „Ik werk al vele jaren samen met Mojo Concerts. Als ik morgen tegen een boom rij, gaan zij ermee door.” Wie Smeets wel eens aan het werk heeft gezien tijdens Pinkpop, weet dat hij voortdurend in de opperste staat van alertheid verkeert. Niets ontgaat de man, van verstopte wc’s tot scheefhangende bordjes. De afgelopen dagen hebben ze thuis verschillende soorten friet en olie getest, want Jan vond vorig jaar de patatjes niet zo lekker. Hij bemoeit zich met álles. En ook al proberen Smeets en de zijnen de perfectie na te streven, geklaagd wordt er altijd. Smeets haalt geïrriteerd een brief uit zijn tas. „Dan krijg je dit soort post.” De schrijver mekkert over de kaartverkoop. Zuchtend: „The Rolling Stones is natuurlijk een enorme publiekstrekker en dit jaar hebben nogal wat mensen geen kaartje kunnen krijgen. Is dat mijn schuld? Hadden ze maar eerder met hun slaapzak voor een voorverkoopadres moeten gaan liggen of met zes computers naast elkaar via internet een kaartje proberen te kopen. Dit is nu eenmaal het systeem dat we hebben en iedereen heeft dezelfde kans.” In tegenstelling tot veel andere festivals gaat in Landgraaf steevast de volumeknop dicht om 23.00 uur, ook tot onvrede van menig bezoeker. „We hebben een vergunning tot 23.00 uur en ik vind dat een mooie tijd, op de camping kun je vervolgens nog doorgaan tot 03.00 uur. En ik sta hier niet alleen in. Ik sprak een tijd geleden een Italiaanse Europarlementariër. Hij was nogal verbolgen over het feit dat nationale luchthavens op tijd dicht moeten, terwijl ’your fucking rockfestivals’ de hele nacht herrie mogen maken. Het staat inmiddels op de Europese agenda, het zou mij niet verbazen als er snel regelgeving op dat gebied komt. En anders ga ik misschien volgend jaar een uurtje langer door, kijken wat er dan gebeurt”, klinkt het provocerend. Gevraagd naar hun favoriete optredens memoreert Till het concert van Sinéad O’Connor in 1988, het eerste jaar dat het festival in Landgraaf werd gehouden – na zeventien jaar Geleen en een verregende editie in Baarlo. „Stond Sinéad daar, in haar eentje met een gitaar en het pakje van haar baby omgebonden. Het kind lag achter het podium te slapen. Maar ik vond de show van Rammstein ook indrukwekkend. Of Kiteman, die een compleet orkest meebracht.” Jan: „1979: Peter Tosh, Elvis Costello, The Police en Dire Straits! Ik zie Mark Knopfler nog schrikken toen hij zag hoeveel mensen er voor het podium stonden. Dat was nog in Geleen, daar hadden wij backstage – als enige festival ter wereld – een zwembad. De foto van het moment waarop de leden van The Police erin sprongen stond tot in Australië in de kranten.” Anekdotes te over. Smeets haalt een gesprek aan met de manager van Van Halen. „’Mijn band komt niet naar jouw homofestival, hoor’, kreeg ik te horen. Nadat ik had uitgelegd dat ’Pink’ van Pinksteren is afgeleid en ’pop’ Nederlands is voor het Engelse ’doll’ kwamen ze toch.” Till: „En dan Jimmy Cliff en zijn band. Hun kapsel was zo hoog, dat ze liggend in de taxi moesten.” Lees het hele verhaal vandaag in De Telegraaf.