De Ligt: ’De Vrij een vriend, geen concurrent’

Matthijs de Ligt trapt direct op de rem als zijn relatie met Inter-speler en Oranje-ploeggenoot De Vrij in het vijandige wordt getrokken. Samen zijn de twee centrale verdedigers in de Serie A met hun clubs Juventus en Internazionale in gevecht om de scudetto, oftewel de landstitel van Italië. „De clubs zijn concurrenten. Wij niet. Helemaal bij het Nederlands elftal streven we hetzelfde na: ons kwalificeren voor het EK en daar zo goed mogelijk presteren. Natuurlijk willen we beiden graag spelen bij Oranje, maar tegelijk gunnen we het elkaar en hopen we van elkaar dat we het goed doen als een van ons speelt. Vooral de media willen er een strijd tussen Stefan en mij van maken. Maar zo zit het zeker niet.” Af en toe gaat De Ligt langs bij De Vrij in Italië. „Turijn-Milaan is een uurtje rijden, laatst hebben we na een wedstrijd nog een lekker hapje gegeten”, vertelt de speler van Juve. De ex-Ajacied vindt het fijn dat de voormalig Feyenoorder ’dichtbij’ voetbalt. „Het is prettig om af en toe Nederlands te praten en je weet van elkaar in wat voor wereld we leven. We geven elkaar ook tips. Stefan helpt me bij veel zaken en dat is bijzonder fijn als je nieuw bent in een land. Hij is gewend in Italië, ik kom net kijken.” En dat terwijl de twee traditieclubs in een heftige strijd om de titel zijn verwikkeld. „Het is ronduit spannend”, beaamt De Ligt. „We winnen allebei de meeste wedstrijden, maar elke keer maar nét, met een klein verschil.” De laatste wedstrijden bij de Oude Dame is De Ligt minder omstreden, raakt hij de bal minder met de handen en scoorde hij de winnende treffer in de stadsderby van Turijn, bij Torino. „De vorig interlandperiode stapte ik ook met een goed gevoel binnen bij Oranje. Weliswaar speelde ik de dag daarvoor toen niet al te best tegen Inter, ook al wonnen we met 2-1. Maar in de drie duels daarvoor ging het heel behoorlijk. Die lijn heb ik doorgezet. En ja, als je dan de winnende tegen Torino maakt, is dat echt een heel mooi moment voor me. Daar was ik heel blij mee en mijn medespelers lieten me echt merken dat ze het me gunden”, aldus de Golden Boy. Na een korte pauze: „Ineens hoor je dan: hij komt met vorm binnen. Al met al blijven het toch momentopnames.” Het EK 2020 kriebelt al bij De Ligt. „Het is toch het allermooiste voor een voetballer als je je land mag vertegenwoordigen op een eindtoernooi en het hele land achter je staat en meeleeft? Het WK in Duitsland in 2006 was het eerste grote toernooi dat ik bewust heb meegemaakt. Ik was zes jaar, bijna zeven. Het laatste toernooi met Nederland was het WK in Brazilië. Toen zat ik in de derde klas van de middelbare school en zat ik elke wedstrijd thuis aan de buis gekluisterd.” De Ligt luistert naar routiniers Volgens De Ligt leert hij als verdediger nog dagelijks bij in Italië. Vooral details. „De corebusiness is geen tegengoal incasseren en de opbouw van achteruit verzorgen. Dezelfde filosofie als bij Ajax. Maar in detail doen ze zoveel dingen anders. Ik kijk veel beelden en ik praat vaak met Bonucci, Chiellini en Buffon. Zij reiken kennis aan en die slurp ik op. Vervolgens kijk ik of het voor me werkt. Niet alles werkt voor iedereen hetzelfde. Het hangt ook van de specifieke spelsituatie af. Voorbeelden? Het lijkt me niet verstandig om die te geven, haha. Je moet tegenstanders niet wijzer maken.” Anders dan bij Ajax Maurizio Sarri is anders dan Erik ten Hag, maar Juve en Ajax spelen volgens dezelfde filosofie: offensief voetbal en hoog druk zetten; alleen interpreteren ze het op eigen wijze. De Ligt vindt dat hij de ideeën van Sarri onder de knie heeft. „De manier van spelen, ja. Mentaal en fysiek is het een omslag in vergelijking met Ajax. Daar moet je aan wennen en dat maakt het soms lastig.”