Deelnemers vóór inenten, wel begrip voor weigeraars
Uitslag Stelling: Minder vertrouwen in prik
Een meerderheid van de deelnemers aan de Stelling van de Dag vindt het Rijksvaccinatieprogramma van grote waarde in de strijd tegen kinderziektes. De vaccinatiegraad moet dan ook op peil worden gehouden. Over hoe dat moet zijn ze wel verdeeld.
Die vaccinatiegraad, 95 procent wordt geadviseerd om groepsimmuniteit te waarborgen, dreigt te dalen. Onderzoekers hinten erop dat de commotie rond de coronavaccins ertoe heeft geleid dat steeds meer ouders hun kinderen niet laten inenten tegen kinderziektes als de bof, mazelen, kinkhoest en polio. Dat vindt 60 procent van de deelnemers een zorgelijke ontwikkeling.
Religieuze overwegingen om kinderen niet in te enten of keuzes vanuit de gedachte dat kinderziektes de (mentale) groei van kinderen kunnen bevorderen, vinden weinig bijval. „Die ouders denken niet aan de kinderen, maar aan hun eigen principes”, zegt er een.
Veel meer begrip is er voor de groep ouders die in de coronacrisis het vertrouwen in de overheid en het vaccinatieprogramma is verloren. Hoewel 60 procent van de deelnemers vóór inenten is, zegt ook 60 procent het wel te begrijpen als ouders dat niet doen. Daarmee geven ze die ouders niet automatisch gelijk: „Ik snap het wel, maar deze kindervaccins zijn bewezen en jarenlang doorontwikkeld. Die zijn van een heel andere orde dan het Covid-goedje. Die Covid-prik zou ik mijn kinderen ook niet geven.”
De vaccinatiebereidheid onder de deelnemers is groot. Van de stemmers die kinderen hebben zegt 90 procent hun kind te hebben laten inenten, maar daarmee zou die beruchte 95%-vaccinatiegraad niet worden gehaald. Een deelnemer zegt: „Het niet laten vaccineren is asociaal. Zo kan een ziekte zomaar weer actueel worden. Bovendien doen deze mensen wel een groter beroep op de gezondheidszorg. Laat niet-gevaccineerden extra premie betalen. Ik denk dat hun principes dan als sneeuw voor de zon verdwijnen.”
Verplichte vaccinatie is voor de meerderheid een brug te ver, maar nog altijd 40 procent ziet dat als een acceptabele maatregel. Een grotere groep vindt dat ouders dat nog altijd zelf mogen uitmaken, maar volgens de meerderheid hebben keuzes wel altijd consequenties. Zo vindt bijvoorbeeld 55 procent dat een kinderdagverblijf niet-gevaccineerde kinderen moet kunnen weigeren. Een van hen zegt: „Als ouders hun kinderen niet laten inenten, dan moeten zij dat zelf weten, maar dan ook niet naar kinderdagverblijven.”
Tot slot de vraag of we de vaccins vertrouwen. Daarop antwoordt slechts de helft van de deelnemers met ’ja’. Een stemmer is wel overtuigd: „Sinds jaar en dag is het vaccinatieprogramma van onschatbare waarde voor onze volksgezondheid.” Een ander is de discussie wel zat: „Wanneer we naar een exotisch oord gaan, weten we niet hoe vlug wij ons moeten laten vaccineren.”
Dat Nederland met het vertrouwen in het vaccinatieprogramma ergens onderaan de Europese middenmoot bungelt, verrast maar weinigen. „Het vertrouwen is kapot. Dat heeft de overheid in de coronacrisis veroorzaakt.” Dat ombuigen is niet makkelijk. Het antwoord is volgens velen voorlichting, voorlichting en nog eens voorlichting. „Vertel via consultatiebureau, de huis- of de kinderarts wat er belangrijk aan die vaccins is.”
Gesprek van de dag
Elke ochtend het meest spraakmakende nieuws.
Ongeldig e-mailadres. Vul nogmaals in aub.
Lees hier ons privacybeleid.